Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Uit het archief van de wijnschrijver

gerijpte artikels, columns, verhalen, reportages

Een kluwen van families en terroirs

Wegwijs raken in Bourgogne

Het hart van Bourgogne is klein maar ingewikkeld: een lappendeken van terroirs en wijnstijlen, en van familiekwesties die elk jaar weer tot veranderingen leiden. Hoe vind je daar je weg in?

 

Al meer dan dertig jaar trek ik van wijnstreek naar wijnstreek, vele honderden wijnbouwers heb ik ontmoet, duizenden wijnen geproefd, en dagelijks ontdek ik er nieuwe. Maar het summum van wijngenot blijft voor mij nog altijd dit: een mooi gerijpte pinot noir uit het hart van Bourgogne, de Côte d'Or, de magische strook tussen Marsannay en Santenay.

Nergens is het begrip "terroir" zo duidelijk als hier, bodem en ligging van de wijngaard bepalen effectief de wijn. In elke gemeente zijn de wijnen weer anders, van de krachtige Gevrey-Chambertin, over de fragiele Chambolle-Musigny en de volle harmonieuze Vosne-Romanée, naar de gespierde Nuits-Saint-Georges, de stugge Aloxe-Corton en de fluwelige Volnay. Allemaal gemaakt van één enkele druif, de pinot noir. Van de andere druif, de chardonnay, kan je in Meursault een volle, romige wijn aantreffen, en in de daaropvolgende gemeente, Puligny-Montrachet, het volstrekte tegendeel, strak en rechtlijnig. Maar de obsessie voor "terroir" gaat verder en dieper dan de gemeente. De Côte d'Or is een lappendeken van stukjes grond die nauwkeurig opgedeeld en afgebakend werden: op het ene stukje mag je slechts een "gemeentewijn" maken (met alleen de naam van de gemeente op het etiket), het andere stukje - een beetje verderop gelegen - blijkt een "premier cru" te zijn, en nog wat verder ligt een stuk grond dat de status van "grand cru" toebedeeld kreeg. Dat heeft allemaal te maken met een grondige historische kennis van elk perceel: de bodemsamenstelling, het microklimaat, de ligging ten opzichte van de zon, de blootstelling aan wind en regen, de capaciteit tot afwatering, enzovoort. En het magische is: je proeft het ook effectief in het glas. Je wandelt door de wijngaarden van een wijnbouwer, je ziet twee vlak naast elkaar gelegen percelen, en dan proef je de wijnen: het verschil is vaak opmerkelijk.

Tenminste: als het om een goede wijnbouwer gaat. Want naast het ongelooflijk gevarieerde terroir is de Côte d'Or ook een lappendeken van wijnbouwfamilies. Je moet de namen goed onthouden, want de ene familie werkt duidelijk beter dan de andere. Helaas kom je vaak dezelfde namen tegen, terwijl het om verschillende domeinen gaat. Leden van één familie blijven immers niet noodzakelijk samen in één domein. Bovendien verandert er elk jaar wel iets. Twee broers maken ruzie en splitsen de ouderlijke wijngaard op, een wijnbouwer trouwt en voegt de familienaam van zijn vrouw toe, een neef gooit het roer om en stort zich op de biodynamie, een wijnbouwer overlijdt en zijn kinderen bakken er niets van (of drijven integendeel de kwaliteit op), een familie heeft geen opvolging en verkoopt het domein aan een rijke Amerikaan. Alles kan hier gebeuren, en zo komt het dat je het ene jaar een magistrale wijn drinkt bij een bepaalde familie, en het volgende jaar de kwaliteit in elkaar is gestuikt. De reden hoeft niet noodzakelijk een familiekwestie te zijn: in deze noordelijke wijnstreek is het verschil tussen de jaargangen ook bijzonder groot. Als de druiven langzaam en volkomen rijp worden, is het resultaat ongeëvenaard. Maar als de weersomstandigheden tegen zitten, kan je zwaar teleurgesteld worden.

Door die vele parameters, die allemaal een invloed hebben op de wijn, wordt de gewone wijnliefhebber wel eens afgeschrikt. Anderen vinden die eindeloze variatie in terroirs, wijnstijlen, jaargangen en familiale evoluties juist bijzonder boeiend.

De Vlaming François Van Oevelen was er in elk geval gepassioneerd door. Meer dan

20 jaar geleden richtte hij een invoerfirma op, die zich volledig toespitste op dat kleine ingewikkelde Bourgogne. Hij werkte op de informatica-afdeling van een ziekenfonds, zijn echtgenote José was ambtenaar van de stad Antwerpen: grote middelen hadden ze dus niet. Ze begonnen met drie topdomeinen en breidden zo gestadig uit. François: "Dat iemand zich specialiseerde in één wijngebied, was toen volledig nieuw, nu heb je meer en meer gespecialiseerde invoerders. In Vlaanderen werden er relatief weinig bourgognes ingevoerd, Vlamingen waren meer op Bordeaux gericht. De bourgognes waren ook nog niet zo duur als vandaag, en je kon er nog vrij veel krijgen. Vandaag is dat helemaal anders: de wereldvraag is zo hoog geworden dat we alsmaar minder flessen krijgen. Gelukkig hebben we al twintig jaar contacten met domeinen die nu de grote namen zijn geworden, zo hebben we een voetje voor. Al moeten we er steeds meer voor betalen."

François en José bleven een hele tijd hun werk combineren met hun invoerzaak, hun dochter Peggy reisde al op jonge leeftijd mee naar Bourgogne. Toen ze meerderjarig werd, nam ze de zaak van haar ouders over, ze kent de streek door en door: "Van jongsaf hoorde ik mijn ouders al die namen van grote wijnbouwers noemen, ik ging mee op bezoek bij hen, en de eerste wijnen die ik proefde, waren uiteraard bourgognes. Nu nog gaan we zeker tien keer per jaar naar Bourgogne, het is onze tweede thuis."

Het oorspronkelijke pand in hartje Antwerpen werd te klein, en de familie Van Oevelen verhuisde naar een hoeve in Edegem die volledig gerenoveerd werd: het lijkt wel een stukje Bourgogne. Hier vind je nu de mooiste catalogus in Vlaanderen over Bourgogne, een indrukwekkende lijst van grote wijnbouwers. Net zoals het Bourgondische terroir, is ook het spectrum van prijzen zeer gevarieerd: bij Lucie & Auguste Lignier vind je al een witte bourgogne voor 7,5 euro, maar net zo goed moet je voor een grand cru van Domaine d'Auvenay 650 euro betalen. Tussen beide uitersten is elke prijs mogelijk. Ook daarin is Bourgogne een lappendeken, waarin elk jaar weer iets kan veranderen.