Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Uit het archief van de wijnschrijver

gerijpte artikels, columns, verhalen, reportages

Dionysos ontwaakt

Hoewel Griekenland de bakermat van onze Europese wijncultuur is, bekoort het land de wijnliefhebber niet. Ten onrechte.

Dionysos, de Griekse god van de wijn, zag dat het niet goed was: de rijke wijncultuur in zijn land ging in de loop der tijden helemaal teloor. Te warm en te droog om wijn van goede kwaliteit te maken, dat is het imago dat Griekenland kreeg. En ook: het land van retsina, die harswijn waar je hoofdpijn van krijgt.

Het moet gezegd: Griekenland deed er lange tijd alles aan om dat imago in stand te houden. Maar in de jaren 1980 was een nieuwe generatie wijnmakers, afgestudeerd in Bordeaux en Bourgogne, vastbesloten de kwaliteit van de Griekse wijn naar een hoger niveau te tillen. Koelere gebieden werden opgezocht, opbrengsten werden beperkt, er werd geïnvesteerd in de nieuwste wijntechnologie. Bovendien trapte men niet in de val van de internationale druivensoorten. Van chardonnay en cabernet sauvignon zijn er al genoeg wijnen in de wereld. Griekenland trok de kaart van de inheemse soorten, en dat bleek de juiste strategie te zijn. Internationale soorten worden er vooral voor de interne markt geteeld, om de invoer uit andere landen af te blokken. Op de internationale scène echter wil Griekenland het maken met haar witte wijnen van assyrtiko, malagousia, roditis en moschofilero, en haar rode van agiorgitiko en xinomavro: het kruim van de meer dan 300 inheemse druivensoorten die Griekenland rijk is.

Aan geld, professionalisme en dynamisme ontbreekt het de Grieken zeker niet. Een rondreis leerde mij dat de wijndomeinen qua uitrusting niet moeten onderdoen voor pakweg Bordeaux. Enkele domeinen (zoals Boutari en Tsantali) zijn al uitgegroeid tot grote bedrijven met verschillende wijngaarden over heel Griekenland. De eerste wijnmakers met cultstatus worden gesignaleerd: Angelos Latrides uit Macedonië, die

zijn eigen domein Alpha Estate heeft opgericht, en Apostolos Spyropoulos uit de Peloponnesos. Hun wijnen zijn van hoog niveau, net zoals die van topdomeinen als Mercouri, Gerovassiliou en Gaia.

Vooral de finesse en elegantie van de Griekse wijnen hebben mij verrast, omdat je dit niet verwacht in dit klimaat. Maar een zorgvuldige keuze van de ligging van de wijngaard doet wonderen. Bovendien bevatten de Griekse druivensoorten van nature veel zuren, zodat zelfs een wijn van volrijpe druiven zijn frisheid bewaart. 

Jaren geleden dronk ik voor het eerst een wijn die mij overtuigde dat de Grieken echt wel iets in hun mars hebben: de rode Grande Cuvée Nemea (100% agiorgitiko) van Skouras. Nemea is dan ook een van de beste wijnstreken in Griekenland. Daar is het niet bij gebleven. Ik raakte ook onder de indruk van "Avaton", een wijn van Gerovassiliou, gemaakt van drie bijna verdwenen inlandse druiven (mavroudi, mavrotragano en limnio, een druif die reeds vermeld werd door Aristoteles). Niet voor niets nam het wijnmagazine Decanter deze wijn op in haar top 50 van wijnen met de beste verhouding tussen prijs en kwaliteit. Complexe bewaarwijnen vind je ook, meestal van de xinomavro, een tanninerijke druif die aan nebbiolo doet denken en verrassende aroma's ontwikkelt van gedroogde tomaat, zwarte olijf, braambes en drop. Voor de wijnliefhebber is Griekenland een feest van smaken en aroma's die je nog nooit in wijn bent tegengekomen. 

Dat geldt ook voor de witte wijnen, waarmee Griekenland volgens mij het best kan scoren op de wereldmarkt. Ze zijn fris, pittig, kruidig, aromatisch expressief en blijven lang nazinderen in de mond. Ideale wijnen om zo te drinken of bij schaaldieren en vis. Ik proefde knappe producten bij Katogi-Strofilia (roditis), Tselepos (moschofilero) en Gerovassiliou (malagousia).

Helaas: tijdens mijn rondreis kreeg ik ook wijnen van een heel ander allooi te proeven. Onevenwichtige en onzuivere misbaksels, waar het land zo snel mogelijk vanaf moet (of althans niet meer aan wijnschrijvers moet presenteren). Het kan een internationale doorbraak alleen maar vertragen. Want die doorbraak komt er. Het wijntoerisme trekt zich op gang: naar het voorbeeld van andere landen werden wijnroutes uitgestippeld.

De export moet nu volgen. Voorlopig spitst die zich nog toe op landen waar veel Griekse immigranten wonen. Ook in België verloopt de invoer veelal via Grieken die de Griekse restaurants van wijn voorzien. De particuliere liefhebber heeft nog geen plaats voor Griekse wijn in zijn privé-kelder voorzien. Maar ooit was dat lot ook de Spaanse en Oostenrijkse wijn beschoren. Het kan en zal dus veranderen.