De vrouw die de teroldego-druif wereldberoemd maakte
Onbekend, onbemind, moeilijk te telen: waarom zou iemand wijn maken van teroldego? Elisabetta Foradori deed het, met wereldwijd succes. Ik ontmoette haar in haar geboortestreek Trentino.
In de schaduw van de kerk van Mezzolombardo, omringd door de machtige bergen van Noord-Italië, ligt het wijngoed van Elisabetta Foradori. Daar wijdt zij zich al meer dan twintig jaar aan de verbetering en erkenning van de druif van haar geboortestreek: de teroldego. Er is maar 400 hectare teroldego in de hele wereld, bijna uitsluitend hier aangeplant, in het wijngebied Trentino. Elisabetta zelf bezit maar 15 hectare. Maar met haar jaarlijkse productie van 200.000 flessen is zij erin geslaagd om wijnliefhebbers over de hele wereld ervan te overtuigen dat teroldego tot grote wijn kan leiden.
Trentino behoorde vroeger tot Oostenrijk. Als meest zuiderse druif was de teroldego er zeer bekend en geliefd. Maar na de Eerste Wereldoorlog, toen Trentino naar Italië werd overgeheveld, raakte de teelt van deze lokale druif in verval. Niemand wilde nog wijnen van teroldego, noch het vroegere Oostenrijk, noch het nieuwe Italië.
Toch kocht de grootvader van Elisabetta dit domein in de jaren dertig: "Het was een typische azienda agricola, waar wijnbouw gegaard ging met de teelt van groenten en fruit. Teroldego werd gekweekt om er de alledaagse wijn van de streek van te maken, meestal in coöperatieven. Mijn vader zette het bedrijf verder, ik ben hier geboren en opgegroeid. Vandaar dat ik de ziel ervan heb willen bewaren, zelfs al drong een renovatie zich op."
Elisabetta kan niet alleen wijn maken, ze heeft ook gevoel voor architectuur en decoratie. De modernisering van het wijngoed heeft ze bijzonder mooi geïntegreerd in de historische gebouwen. Vanop de binnenkoer zie ik de omringende wijngaarden van de druif waaraan zij haar hart heeft verpand.
"Mijn moeder woont hier nog", vertelt ze, "Ik heb het domein overgenomen in 1985, toen ik nog maar 20 was. Mijn vader is immers vroeg gestorven, en ik was enig kind. Er werd van mij eigenlijk wel verwacht dat ik de familietraditie zou verder zetten. Al van in mijn jeugd heb ik over de teroldego horen praten. Ze is heel diep geworteld in deze streek, er zijn documenten uit de veertiende eeuw teruggevonden waarin over deze druif reeds werd geschreven. Ik heb mijzelf toen een missie gegeven: ik wilde de wereld bewijzen dat je van teroldego een topwijn kan maken. Maar daarvoor heb ik de traditionele manier van werken helemaal moeten omgooien. Want zoals in vele wijnstreken toen, was kwantiteit, en niet kwaliteit het belangrijkste streven."
Toen Elisabetta aan haar project begon, was de teroldego goed op weg om uit te sterven: "Ik heb de soort letterlijk moeten redden, ze stond op het punt om te verdwijnen. Eerst heb ik de traditionele manier van snoeien en geleiden in pergola afgeschaft, dat is immers een systeem geschikt voor hoge opbrengsten en niet voor de beheerste opbrengst die ik wilde. Alle wijnstokken in pergola heb ik uitgerukt. Maar van de beste en oudste stokken heb ik materiaal behouden, die ik samen met de universiteit van Milaan heb ontwikkeld tot nieuwe planten. Omdat ik ook zoveel mogelijk biodiversiteit in de wijngaarde wilde, heeft dit proces vele jaren in beslag genomen. Ontwikkelingen in de wijnkelder kunnen heel snel gaan, je kan van vandaag op morgen je installaties vernieuwen. Maar in de wijngaard gaan de veranderingen traag, je moet het ritme van de natuur volgen, je kan niet anders."
Elisabetta heeft van bij de aanvang de verantwoordelijkheid willen hebben over de wijngaard èn de wijnkelder, daarvoor heeft ze naast oenologie ook wijnbouw gestudeerd: "Je kan beide taken niet scheiden. Topwijn begint bij topdruiven. En om teroldego op te voeden tot een topdruif, moet je veel aanwezig zijn in de wijngaard. Cruciaal zijn een koel klimaat en een lang rijpingsseizoen. Ik pluk mijn druiven pas in de eerste helft van oktober, ik streef naar 130 dagen tussen bloei en rijping, in plaats van de gebruikelijke 100."
Elisabetta heeft ervoor gekozen om zich te omringen met vrouwen. Haar rechterhand is een vrouw, haar verantwoordelijke voor de marketing en verkoop eveneens. Tijdens mijn bezoek komen stoere mannelijke medewerkers regelmatig instructies vragen. "Het heeft niets met feminisme te maken", zegt ze, "Het is gewoon makkelijker om met vrouwen te werken, we verstaan elkaar sneller. Vrouwen zijn preciezer, efficiënter en flexibeler. Mannen zijn meer gefocused op één doel, en zien vaak de globaliteit niet."
Precisie is een woord dat vaak terugkomt in het gesprek met haar: "Je kan geen grote wijn maken als je niet in elk stadium van het proces, zowel in de wijngaard als in de wijnkelder, elk detail met uiterste precisie behandelt." Wijn als optelsom van zeer vele details, ik heb het al in vele topdomeinen gehoord.
Met de kwaliteit is ook het commerciële succes gekomen. Vandaag voert Elisabetta de helft van haar productie uit naar het buitenland, vooral in Europa, de andere helft zet zij af in Italië waar ze op handen gedragen wordt als een van 's lands grootste wijnmakers.
Twee coöperatieven en een tiental kleine wijndomeinen in de streek maken ook wijn van teroldego, maar niemand heeft dezelfde kwaliteit kunnen bereiken als zij. Elisabetta heeft al een volgende stap gezet: sinds 2006 wordt haar hele domein beheerd volgens biodynamische principes. Dat betekent onder meer dat chemische middelen gebannen worden en dat de wijngaard omgevormd werd tot een ecosysteem waar de wijnstokken hun eigen natuurlijke verdediging opbouwen tegen ziektes en insecten.
"Het contact met de natuur is het allerbelangrijkste voor mij", zegt ze, "Maar ook het sociale aspect zou ik niet kunnen missen. Ik ontmoette in Amerika een aantal Foradori's, voorouders van mij die ooit uit het arme Italië zijn weggetrokken, op zoek naar een betere toekomst. Zij kopen nu mijn wijn. Dat is ook een manier om terug te keren naar je roots."