Dominique Hauvette
Temidden van alle wijndomeinen rond Saint-Rémy-de-Provence die bezoekers lokken met de belofte van een "dégustation gratuite", ontvangt Dominique Hauvette alleen "sur rendez-vous". Je wordt dus geacht haar telefoonnummer te kennen. En dan nog neemt ze niet op. Je botst steevast op haar antwoordapparaat. Zodat zij je kan terugbellen wanneer zij dat wenst. Dat doet ze meestal niet.
Dominique Hauvette behoort tot dat clubje van teruggetrokken, wroetende, koppige wijnbouwers, die alleen via hun wijnen willen spreken. Maar ze maakt verdomd schitterende wijnen.
Zie ik ze staan op de wijnkaart van een Provençaals restaurant, dan bestel ik een fles. In België worden ze ingevoerd door ene Bernard Poulet uit Molenbeek, zowat de enige wijninvoerder die nog geen website heeft. Dat zal Dominique Hauvette wel gecharmeerd hebben. Ooit ben ik, na elf onbeantwoorde telefonische boodschappen, naar haar domein gereden, zonder rendez-vous. Ik werd honderd jaar teruggeslingerd in de tijd: een overwoekerd stuk grond, met daarop een bouwvallige mas, en overal verspreid wijnbouwersmateriaal. Was dit de plek waar Dominique Hauvette haar wonderlijke wijnen maakte? Ik kon het haar niet vragen. Ze was er niet.
Deze zomer belde ik haar opnieuw op. Opnieuw hoorde ik de boodschap op haar antwoordapparaat die nooit verandert. Dus besloot ik opnieuw "sans rendez-vous" naar haar domein te rijden. Ik trof er een gloednieuw gebouw aan. Was ik verkeerd gereden? Was ze verhuisd? Ik stond op het punt terug te keren toen ik bedacht dat dit misschien toch wel haar eigendom was. Haar wijnen worden immers steeds meer gewaardeerd in Frankrijk, en in de wereld. Misschien had ze door dat groeiende succes eindelijk de nodige fondsen kunnen verzamelen om een degelijk gebouw voor haar wijnproductie neer te zetten.
Het was maar gedeeltelijk afgewerkt. Ik ging even voelen aan een van de deuren waarop al een klink was gemonteerd. Ze ging open. Maar verderop stootte ik op deuren zonder klinken. Weer geen Dominique Hauvette te zien.
Net toen ik in mijn auto wilde stappen, verscheen een oudere dame met wilde grijze haarbos in de deuropening. Naast haar een grote grommende hond.
"Madame Hauvette?"
"C'est moi." Ze keek niet bepaald vriendelijk.
Ik heb ervaring met dit type van eigenzinnige wijnbouwers, onbekend bij het grote publiek maar gegeerd door wijnliefhebbers. Als je de conversatie opent met de vraag of er "iets te proeven" is, mag je meteen ophoepelen: dan word je geklasseerd bij de toeristen. Zeg je dat je een "wijnschrijver" bent, dan is het ook niet goed: dan behoor je tot het gild der betweters.
Een goede openingszin is deze: "Welke jaargangen hebt u nog te koop?"
Hoe wereldvreemd iemand ook mag zijn, iedereen moet leven. En bovendien levert een directe verkoop de wijnbouwer meer op dan via een invoerder.
"3, 4, 5 en 6", zei ze.
In mensentaal betekent dat: 2003, 2004, 2005 en 2006.
"Zes flessen van elk", zei ik.
Ik weet het, 2003 is het jaar van de hittegolf en 2005 is minder goed in het Franse zuiden dan in de rest van Frankrijk. Maar gepassioneerde wijnbouwers hebben graag dat je er niet alleen de beste jaren uitpikt. Ze houden evenveel van al hun kinderen.
"Kom binnen", zei ze.
Ze was net een bestelling aan het voorbereiden. Aan het sleuren en stapelen van dozen, helemaal alleen. Ik vroeg haar wanneer ze met wijnmaken is begonnen.
"Dit is mijn drieëntwintigste jaargang."
Ik zei dat ik haar al vele jaren volg en een fan ben van haar wijnen.
Op haar stugge, stuurse gezicht verscheen zowaar een glimlach.
"C'est gentil", zei ze.
Sindsdien speelt één gedachte voortdurend door mijn hoofd: ben ik de enige die Dominique Hauvette ooit heb zien glimlachen?