Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Uit het archief van de wijnschrijver

gerijpte artikels, columns, verhalen, reportages

Oostenrijk, herboren na het schandaal

DE NIEUWE WIJNHYPE

In de tweede helft van de jaren '80 stortte de hele Oostenrijkse wijnexport in elkaar na een wijnschandaal. Vandaag zijn de Oostenrijkse wijnen opnieuw veelgevraagd, vooral door een trendsettend publiek in de grote Europese steden.

 1985. Het bericht wordt verspreid dat Oostenrijkse producenten van bulkwijn op grote schaal glycol mengen in hun wijnen om ze zoeter en ronder te maken. Vermits het product schadelijk is voor de gezondheid, groeit het nieuws uit tot een schandaal dat heel de industrie aantast. Een hele wijncultuur, met een geschiedenis die teruggaat tot de Romeinse tijd, klapt in elkaar. Vele wijnbedrijven, ook zij die niets met deze fraude te maken hebben, gaan bankroet. De export valt stil. De Oostenrijkse autoriteiten reageren met harde hand. De wijnwetten worden nog strikter dan voorheen, vandaag zijn ze de strengste van heel Europa. Meer dan ooit wordt de nadruk op kwaliteit gelegd. Nu staat Oostenrijk opnieuw aan de top van de wijnwereld.

 "Ze verklaarden mij voor gek", zegt wijninvoerder Kurt Ryslavy, een Oostenrijker die in de periode van het wijnschandaal naar België verhuisde en enkele jaren later, in 1990, met een importzaak begon, exclusief voor Oostenrijkse wijnen. Via zijn schoonbroer, die sommelier is in Oostenrijk, kon hij contact leggen met toonaangevende wijndomeinen. Maar het idee sloeg absoluut niet aan. De wijnfraude was niet vergeten. Bovendien consumeerde België nog massaal Franse wijnen, zelfs de Nieuwe Wereld was nog niet ontdekt. Het Oostenrijks Wijninstituut, dat de belangen van de sector in ons land verdedigde, sloot haar deuren. Het eerste jaar verkocht Kurt Ryslavy dan ook amper 20 kisten. Stalen om te laten proeven moest hij aankopen, want zelfs de Oostenrijkse wijnbouwers geloofden er niet meer in. 

Maar de gewoonten en attitudes van het publiek ten opzichte van wijn veranderen. De zoektocht naar alsmaar nieuwe ontdekkingen en smaken raakte in een stroomversnelling. De vele goede sommeliers in België speelden daarin een voortrekkersrol. En daar heeft Oostenrijk mee van geprofiteerd.

"Wijnliefhebbers zijn vandaag op zoek naar kwaliteit en naar het onbekende. Dat is precies wat Oostenrijk biedt", zegt Ryslavy. Het land werd aanvankelijk trouwens tot de Nieuwe Wereld gerekend, terwijl het wel degelijk deel uitmaakt van de "Oude Wereld".

Vandaag kan Ryslavy alvast de uitnodigingen voor proeverijen niet bijhouden, en levert hij jaarlijks 20.000 flessen aan particulieren en restaurants.

 Nochtans is in Oostenrijk slechts een smalle strook ten oosten van het land geschikt voor wijnbouw. Daar bevinden zich de 16 officiële wijnbouwgebieden, waaronder Wenen. Maar het klimaat is er voortreffelijk: warme zomers en koude winters. De wijnstok moet dus afzien, wat de kwaliteit van de oogst ten goede komt. Bovendien is er een groot temperatuurverschil tussen dag en nacht: 15 tot 20 graden. Dat verklaart de opmerkelijke aromatische expressie van de Oostenrijkse wijnen. Er zijn vele steile hellingen, wat zorgt voor een optimale expositie van de wijngaarden ten opzichte van de zon en een goede afwatering. En alsof dat nog niet voldoende is, wordt de regio door de Alpen beschermd tegen slecht weer.

In Oostenrijk worden vele autochtone druivenrassen geteeld. Ook dat slaat aan bij het wijnminnend publiek, altijd op zoek naar nieuwe smaken.

Bijna 80% van de wijnen is wit. Ze worden gekenmerkt door een rijpe en rijke smaak, mooi in balans gebracht met fris en levendig zuur. De meest voorkomende druivensoort is de grüner veltliner die wijnen geeft met een kruidig aroma en een wat peperige afdronk. Maar ook riesling, pinot blanc en chardonnay leveren verrassend expressieve wijnen op.

De rode zijn vol en smakelijk, met fijne zuren en tannines. Ze worden gemaakt van druivensoorten als zweigelt en blaufränkisch. Oostenrijk bouwt ook stilaan een reputatie op voor zijn wijnen van pinot noir, de druif van de grote rode bourgognes.

Vooral omwille van de aanwezige zuren, kunnen Oostenrijkse wijnen goed verouderen. Witte wijnen uit de jaren '40 en '50 - in het bijzonder van riesling en grüner veltliner - smaken nog altijd opvallend jong.

Zoete wijnen uit Oostenrijk - met opnieuw die mooie zuurcomponent die ze voor kleverigheid behoedt - zijn eveneens erg in trek. Net zoals in Duitsland spreekt men hier van "Beerenauslese" of "Trockenbeerenauslese". Vooral rond het meer Neusiedlersee heerst een microklimaat vergelijkbaar met het Franse Sauternes: een combinatie van warmte en vochtigheid, waardoor de druiven aangetast worden door edele rotting. Er is ook "Eiswein", gemaakt van overrijpe druiven die men eerst laat bevriezen aan de stokken alvorens ze te persen, en "Strohwein", waarbij de druiven minstens 3 maand op stro blijven liggen zodat de suiker zich nog verder concentreert.

Dat het publiek op deze wijnen zo enthousiast reageert, heeft ook voor een hernieuwd enthousiasme gezorgd in het land zelf. De 55.000 hectaren wijngaard worden vandaag bewerkt door niet minder dan 40.000 wijnbedrijven. Dat geeft een idee van de kleinschaligheid van de domeinen, vrijwel allemaal familiebedrijfjes.

"Wijnmaken is in Oostenrijk een hippe business geworden, vaak gerund door jonge mensen", vertelt Kurt Ryslavy. En dat gevoel is kennelijk overgeslagen op de rest van de wereld.