Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Uit het archief van de wijnschrijver

gerijpte artikels, columns, verhalen, reportages

De trend naar natuurlijke wijnen

Wijnen komen in ons lichaam terecht. Het is dus niet meer dan logisch dat ze best zo natuurlijk mogelijk zijn.

"Wij zitten elke dag met onze neus tussen de wijnstokken", zei wijnbouwer Jean-Louis Trapet mij, "We hebben er voor onze eigen gezondheid dus alle belang bij dat we onschadelijke middelen gebruiken om onze wijngaard te verzorgen en te beschermen."

De eigen gezondheid: een betere reden is er niet voor wijnbouwers om over te schakelen op een minder chemische en meer biologische bewerking van de wijngaard.

Er zijn nog andere redenen: de gezondheid van wie de wijn drinkt. Als druiven behandeld worden met chemische troep, is het ver van zeker dat daar geen spoor meer van te vinden is in het wijnglas.

Er is zelfs een economische reden: het langdurig gebruik van onkruidverdelgers en chemische sproeistoffen tegen ziektes, schimmels en insecten, vernietigt het microbiologische leven in de bodem. En het is precies daar dat de wijnstokken hun voedsel moeten vinden. Het is ook precies daar dat wijnstreken het verschil kunnen maken met hun concurrenten in de wereld, want elke natuurlijke omgeving is anders.

Zo heeft Bourgogne op zeker ogenblik beseft dat ze haar grootste troef – haar "terroir" - verkwanselde in de wereldwijde concurrentie met andere wijnen van chardonnay en pinot noir. Vooral de jongere generatie heeft het roer drastisch omgegooid, met positieve gevolgen voor de kwaliteit van de wijn.

De nadelige effecten van de "chemische revolutie" van de jaren 1960 zijn heel duidelijk geworden. Aanvankelijk werd de introductie van efficiënte middelen ter bescherming van de wijnstok met enthousiasme onthaald. Wijnbouwers moesten veel minder hard labeuren in de wijngaard, en ze kregen de garantie dat hun oogst – hun broodwinning – niet geheel of gedeeltelijk verloren zou gaan. Men dacht niet na over wat de gevolgen konden zijn voor mens en milieu. Vandaag hebben vele wijnbouwers minstens de stap gezet naar de zogenaamde "lutte raisonnée" ("redelijke bestrijding"). Dat houdt in dat men de wijnstokken niet meer preventief besproeit maar alleen indien er een probleem dreigt. Daarnaast zijn er steeds meer biologische middelen beschikbaar.

In heel wat wijngaarden merk je ook dat gras en onkruid niet meer drastisch verwijderd worden: men heeft ingezien dat begroeiing naast de wijnstok voor "concurrentie" zorgt, zodat de wijnstok verplicht wordt zijn voedsel dieper in de ondergrond te zoeken, wat gunstig is voor de kwaliteit van de druiven en dus van de wijn. Tegelijk is begroeiing een natuurlijk middel om overtollig water op te nemen.

Er werden technieken ontwikkeld zoals de "sexuele verwarring": door het verspreiden van de geur van een wijfjesinsect (vooral de vlinder) worden mannetjes aangetrokken, maar omdat die geen partner vinden, raken ze gedesoriënteerd en planten ze zich niet voort. Zo worden geen rupsen geboren die de wijnstokken aantasten. Een andere methode ter bestrijding van insecten is het doelbewust uitzetten van andere, voor de wijnstok onschadelijke insecten die zich voeden met de schadelijke soorten.

Al die veranderingen gebeurden in de eerste plaats uit eigenbelang, de krachtigste drijfveer om mensen ertoe aan te zetten hun gedrag te wijzigen. En steeds meer wijnbouwers gaan nog verder: ze schakelen over op volledig biologische teelt. Toch blijkt voor bepaalde ziektes van de wijnstok (zoals meeldauw) geen efficiënte biologische behandeling te bestaan: de zogenaamde "Bordelese pap" (een mengsel van kopersulfaat, kalk en water) wordt nog altijd gebruikt. Bovendien slaat de "biologische wijnbouw" alleen op de teelt van de druiven, niet op het maken van de wijn.

De limieten van de biologische wijnbouw heeft een aantal wijnbouwers ertoe aangezet om het hele traditionele denken over wijn om te gooien. In plaats van middelen te zoeken om de wijnstok te beschermen of te "genezen", gingen zij op zoek naar methoden om de wijnstok zo sterk te maken dat hij niet meer ziek wordt. Van daaruit is de beweging van de "biodynamie" ontstaan. Er werden natuurlijke preparaten ontwikkeld, die in homeopatische dosering vermengd worden met water ("gedynamiseerd", om het in de termen van de biodynamisten te stellen). Daarmee worden de wijngaarden besproeid en "versterkt".  Ook aftreksels van kruiden en netels worden gebruikt. Al deze handelingen dienen op bepaalde ogenblikken te gebeuren, in relatie tot de stand van de planeten. Zelfs het paard wordt terug van stal gehaald om de grond te bewerken. In de wijnkelder wordt het gebruik van inox en electriciteit in vraag gesteld: dat zou een slechte invloed hebben op de wijn. Sommige biodynamisten zweren zelfs het gebruik van sulfiet af (een bewaarmiddel dat de wijn beschermt tegen oxidatie en bacteriën). De redenering is dat sulfiet niet langer nodig is indien de druiven en de wijn gezond en krachtig genoeg zijn om hun eigen bescherming te creëren.

Er heerst heel wat scepticisme omtrent de biodynamie, die nog extra wordt gevoed door uitspraken van sommige fervente aanhangers. Lalou Bize-Leroy, eigenares van het befaamde Domaine Leroy in Bourgogne, zei mij ooit dat ze al haar wijnstokken op dezelfde manier verzorgde omdat er anders "jaloezie tussen de wijnstokken" optrad. Tja. Er hebben zich binnen de beweging ook al dissidente subgroepen gemeld, die niet langer akkoord gaan met bepaalde preparaten en praktijken.

Anderzijds moet je vaststellen dat bourgognes van een aantal overtuigde biodynamisten (waaronder Leroy, Leflaive en Trapet) zonder meer subliem zijn. Kennelijk is er dus toch resultaat in het glas. Ik heb echter ook al biodynamische wijnen geproefd die eerder op rauw bloed dan op wijn leken. Wat moet je er dus van denken?

Uiteindelijk is er een soort van synthese ontstaan, die geleid heeft tot de beweging die zegt naar "natuurlijke wijnen" te streven. Deze bredere visie overstijgt de discussies tussen biologische en biodynamische aanhangers, en tussen de verschillende tendenzen binnen de biodynamie zelf. De doelstelling is: druiven zo natuurlijk mogelijk kweken, en het sap daarvan zo natuurlijk mogelijk vergisten tot wijn. Op die manier wordt wijn opnieuw een reële expressie van zijn afkomst - een wijngaard in zijn natuurlijke omgeving – en van een jaargang, eveneens beïnvloed door natuurlijke factoren.

Wil iemand geloven in jaloezie tussen wijnstokken, of blijft iemand ervan overtuigd dat hij voorlopig niet zonder Bordelese pap kan, dan hoeft dat niet te leiden tot discussies over wie nu het zuiverst in de leer is. De beweging van de "natuurlijke wijnen" wil zo veel mogelijk wijnbouwers verenigen in plaats van verdelen, en dus zijn zowel "fundamentalisten" als "pragmatici" welkom. De strijd moet immers niet onderling gevoerd worden, zo zegt men, maar wel tegen de wijnen die industrieel gemaakt worden of via allerhande technieken overmatig geconcentreerd en geëxtraheerd worden, zodat ze hun afkomst – een welbepaalde wijngaard in een welbepaalde biotoop – verloochenen. Het doet denken aan de "slow food"-beweging, die een reactie is tegen de industriële "fast food".

Als dagelijkse wijndrinker en wijnliefhebber kan ik mij wel vinden in deze beweging naar "natuurlijke wijnen". Ten slotte komt wijn – net zoals voeding – in ons lichaam terecht. Het zou onlogisch zijn gezonde voeding belangrijk te vinden, en die lijn niet door te trekken naar wijn. Overigens zijn wijnen die volgens deze visie gemaakt worden, vaak zelfs lekkerder, expressiever, geraffineerder, complexer. En – heel belangrijk – ook lichter verteerbaar, gezonder voor lijf en leden. Wijnen die geconstrueerd werden om rijke klanten te imponeren door kracht, alcohol en concentratie, vallen als een blok op je maag. Ze zijn als een vreemd voorwerp dat in je lichaam wordt gedropt, ze missen ook het vermogen om zich harmonieus te integreren in een maaltijd. Zo hoort wijn niet te zijn. Wijn moet je verkwikken, wijn moet "deugd doen".

 

www.lesvinsnaturels.org