Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Uit het archief van de wijnschrijver

gerijpte artikels, columns, verhalen, reportages

Bordeaux: na het topjaar 2005, het diepe dal van 2006

Na zonneschijn komt regen

Zelfs een wereldberoemde wijnstreek als Bordeaux kan niet op tegen de onvoorspelbare natuur. In 2006 heeft die natuur voor veel problemen gezorgd.

Je voelde het al aankomen vòòr de jaargang gelanceerd werd: vanuit Bordeaux werd een persbericht rondgestuurd met als titel "Bordeaux 2006: het jaar van de goede wijnmaker". Met andere woorden: op de natuur konden we dit jaar niet rekenen. Er werd ook iets te nadrukkelijk gesproken over een "klassieke" jaargang. Lees: we hebben de klassieke Atlantische weersomstandigheden gekend waarin de druiven niet volmaakt rijp werden, in het bijzonder de laatrijpende cabernet sauvignon.

Het groeiseizoen in Bordeaux is in 2006 grillig verlopen. Maart was een van de natste maanden ooit, maar daarover maakten de Bordelezen zich nog geen zorgen: 2005 was heel droog geweest, en dus kon de bodem dat water wel verwerken. Iets vervelender was de late ijzel begin april, die hier en daar wat schade aanrichtte. Er was enige groeiachterstand, die echter door een relatief warme lente werd ingehaald. Juli was zodanig warm en droog dat men al begon te denken aan een nieuwe "hete" jaargang zoals 2003. Maar plots veranderde dat: augustus was bewolkt en beduidend koeler dan normaal waardoor de rijping vertraagde. Begin september werd het weer zonnig en warm, en versnelde de rijping opnieuw. Van het ideale scenario - een langzame en gelijkmatige rijping – was toen al geen sprake meer. Maar het ergste moest nog komen: half september, net vòòr de oogst, begon het te regenen en zelfs te stormen. Sommige wijndomeinen haalden de oogst snel binnen, al waren de druiven niet rijp. Andere verkozen te wachten, maar kregen af te rekenen met schimmel en rotting, en met "waterige" druiven die leiden tot verdunde wijn. 

Vooral op de zogenaamde "linkeroever" (Médoc en Pessac-Léognan) zijn de meeste wijnen dun, vlak, schraal en groen. Hier en daar springt een domein er schuchter uit, vooral in de vroeger rijpende zones zoals Margaux (Brane-Cantenac, Prieuré-Lichine, du Tertre, Durfort-Vivens, Malescot Saint-Exupéry). Ook onder de topkastelen die over een topterroir beschikken en hun druiven streng selecteerden, kan je wel eens een mooie wijn aantreffen. Zo gebruikte Château Margaux maar éénderde van de oogst voor zijn eerste wijn. Maar dan zit je meteen ook in de topklasse qua prijs.

Op de "rechteroever" (Saint-Emilion en Pomerol) is de situatie iets beter: hier domineert de vroeger rijpende merlotdruif, die in sommige gevallen vòòr de hevigste regens kon geoogst worden. Het belang van een goede drainage in de wijngaard komt duidelijk tot uiting: terwijl Médoc vrij vlak is (op enkele rondingen na), liggen de beste wijngaarden van Saint-Emilion op hellingen, met bovendien een ondergrond van waterabsorberende kalksteen. Daardoor konden topdomeinen als L'Arrosée, Magdelaine, Ausone en Troplong-Mondot mooie wijnen maken. Ook Dassault, Larmande, Grand- Corbin-Despagne, Larcis-Ducasse en Berliquet leverden goed werk af. Pomerol komt er nog het best uit: heel wat wijnen lieten geen moeilijke jaargang vermoeden (o.m. L'Evangile, L'Eglise-Clinet, Vieux Château Certan, Lafleur, Lafleur-Pétrus, La Conseillante).

Toch moet je al een hevige Bordeauxfan zijn om 2006 positief te beoordelen: in het algemeen is de kwaliteit ondermaats, of althans te heterogeen. Toch werd deze jaargang tegen hoge prijzen verkocht, voor de topdomeinen in Bordeaux is er altijd een markt.

Toen ik de jaargang in Bordeaux proefde, sprak ik met wijnschrijvers uit landen als Zuid-Korea, Taiwan, Slovenië en Kroatië. Zij komen nog maar pas met de betere wijnen van de wereld in aanraking, hebben een minder breed referentiekader, en waren helemaal niet zo negatief over 2006. Zij hebben hun landgenoten dus een ander beeld van deze jaargang gegeven, waardoor de vraag op peil is gebleven. Invoerders, ook in Europa, zagen zich bovendien verplicht om 2006 af te nemen, wilden zij het recht behouden om volgende jaargangen aan te kopen. Het selecte clubje topdomeinen in Bordeaux heeft een sterke commerciële positie verworven in de wijnwereld, en vooral in slechte jaren is dat van onschatbare waarde.

Toen 2006 werd gelanceerd, hoorde ik in Bordeaux een nieuw eufemisme om een moeilijke jaargang te karakteriseren. Tijdens het openingsdiner van de primeurweek maakte een spreker gewag van "un millésime sérieux". Achteraf beschouwd was die term niet eens zo slecht gekozen: aan deze jaargang kan je inderdaad niet veel plezier beleven.

 Wat scheelt er precies aan de jaargang 2006?        

 - De fruitmaterie is meestal onvoldoende rijp en geconcentreerd om de bitterheid van de tannines en de houtrijping te verwerken.

- Een tanninestructuur is belangrijk voor een wijn: hij zorgt voor samenhang, spanning en verouderingspotentieel. De tannines moeten echter zuiver en nobel zijn, en gelijkmatig verspreid zitten over de wijn, als een fijnmazig raster. Tannines die tijdens het proeven plots opduiken, of een vegetaal-bittere smaak nalaten, zijn een signaal dat de wijn een initiële structuurfout heeft, die zich niet herstelt door verdere rijping.

- Een goede wijn is gebaseerd op goede druiven, rijp en gezond, met een mooi evenwicht tussen zoet, zuur en bitter. In 2006 vertonen heel wat wijnen agressief zuur en/of vegetaal bitter, wat duidt op onrijpe druiven.

- Hoe minder rijp de druiven zijn, hoe voorzichtiger de wijnmaker te werk moet gaan om kleur en smaak uit die druiven te extraheren tijdens de gisting. Je extraheert immers ook de onrijpe, onaangename smaken. Heel wat domeinen in Bordeaux wilden echter graag wijn met een diepe kleur, waar een bepaalde mate van extractie voor nodig was, zelfs indien – zoals in 2006 – de kwaliteit van de oogst zich daar niet toe leende.

- Bordelese wijnmakers zijn professionals. Zelfs in moeilijke jaren slagen ze erin de textuur van hun wijnen zoveel mogelijk af te ronden, en de structuur zo homogeen mogelijk te maken. Op die manier komt de wijn toch enigszins vriendelijk over, en kan je de indruk krijgen dat hij door rijping verder zal verzachten. Textuur en structuur - eigenschappen die je als wijnmaker kan sturen – zijn echter niet voldoende om van een goede wijn te spreken. Echt goede wijnen bezitten daarnaast aromatische expressie, intensiteit, complexiteit en lengte, en die eigenschappen kunnen zich maar ontwikkelen indien de druiven van bij de aanvang aromatisch potentieel bezitten. Dat was in 2006 zelden het geval, en wat er niet inzit, kan zelfs de beste wijnmaker er niet uithalen.