Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Komt champagne beter tot zijn recht in een wijnglas?

wijnnieuws

Komt champagne beter tot zijn recht in een wijnglas?

Het is tegenwoordig bon ton in Champagne om te zeggen dat champagne in de eerste plaats een wijn is. Dus zoveel méér dan een schuimend aperitief. En dat het daarom best in een wijnglas wordt geschonken. Omdat champagne, net zoals wijn, "ademruimte" nodig heeft om het aroma en de smaak volledig tot hun recht te laten komen.

De "flûte de champagne" (het fluitglas) stamt uit de achttiende eeuw, maar was aanvankelijk minder populair dan de "coupe", die naar verluidt gemodelleerd was naar een borst van Marie-Antoinette, de vrouw van de Franse koning Louis XVI. We mogen er echter van uitgaan dat dit marketing avant la lettre was, want de "coupe" werd in Engeland ontworpen toen Marie-Antoinette nog niet geboren was.

De trend van de "coupe" hield lang stand, tot in de jaren 1930, toen het fluitglas meer geliefd werd, vooral omdat de koolzuurbelletjes daarin zo mooi opstegen en langer zichtbaar bleven, zodat het bruisende karakter van champagne beter tot uiting kwam.

Nu wordt er weer iets nieuws bedacht: het wijnglas. Maximilian Riedel, CEO van de gelijknamige wijnglazenmultinational, noemt het "fluitglas" zelfs ouderwets. Dat is wel een beetje makkelijk nadat je eerst miljoenen fluitglazen aan de wijnminnende mensheid hebt verkocht. Die staan nu in keukenkasten, en dus moet je als bedrijf wel iets nieuws lanceren om de verkoop te stimuleren.

Ik vraag mij trouwens af waarom de champagnehuizen hun drank vandaag zo graag een wijn noemen, terwijl ze nog altijd piepkleine fluitglaasjes met hun merk erop distribueren in de horeca. Ach, ik begrijp de bedoeling wel: zo wordt de restaurateur geholpen om niet teveel in te schenken zodat hij zijn winstmarge veilig stelt. Klantenservice, heet dat.

Over de coupe is iedereen het eens (ondanks pogingen in trendy zaken om ze nieuw leven in te blazen): dit is niet het ideale recipiënt voor champagne. Blijft over: het fluitglas of het wijnglas? Ik pleit voor de tussenvorm. Champagne begint immers als wijn, maar eindigt niet zo. De champagnemaker voegt suiker en gist toe om de wijn een tweede keer te laten gisten in de fles, laat het koolzuur bewust niet ontsnappen, laat hem maanden en zelfs jaren op zijn bezinksel rusten, verwijdert nadien het bezinksel, en voegt tenslotte een soort likeur toe om de champagne, die meestal te zuur is, aan te zoeten. Dat is geen wijn meer, dat is een creatie op basis van wijn. Vandaar dat hij een specifiek glas nodig heeft. Ruim genoeg, met een kelk die naar binnen toeloopt, omdat hij een kern van wijn in zich draagt. Maar tegelijk hoog, licht en slank genoeg, zodat hij zijn bruisende, levendige karakter volledig kan ontplooien.

Intussen zien glazenfabrikanten alweer opportuniteiten en hoor je ze zeggen dat verschillende champagnes eigenlijk verschillende glazen nodig hebben. Onzin: één mooi glas volstaat.