Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Drinken we alsmaar meer of minder wijn?

wijnnieuws

Drinken we alsmaar meer of minder wijn?

Als we zouden voortgaan op het aantal wijnboeken, wijnbars, wijnhandels en wijnlanden, zouden we denken dat er alsmaar meer wijn wordt gedronken. Maar de Vlaamse historicus Jacques Pauwels, die een hoogst interessant boek over de geschiedenis van de Franse wijn uitbracht ("Bacchus in Gallië"), werpt daar met harde feiten en cijfers een ander licht op. In Frankrijk, het historisch belangrijkste en nog altijd bekendste wijnland ter wereld, is de wijnproductie en -consumptie sinds de Tweede Wereldoorlog integendeel in elkaar gestuikt.

We kunnen ons dat vandaag niet meer voorstellen maar in het Frankrijk van de jaren 50 werd er per persoon 140 tot 150 liter wijn per jaar gedronken. Volwassen mannen dronken toen makkelijk één liter wijn per dag. Geen kwaliteitswijn uiteraard, veeleer snel gegist sap van druiven uit wijngaarden die op kwantiteit mikten. Wijn werd toen gezien als een noodzakelijke aanvulling van calorieën, en was ook lange tijd veiliger om te drinken dan water, dat vaak een bron van bacteriën was.

Dat indrukwekkend hoge consumptiecijfer is vandaag gedaald tot 42 liter per persoon per jaar. Bijna 40% van de Franse bevolking drinkt immers helemaal geen wijn meer, de anderen zijn overgeschakeld van dagelijks naar occasioneel gebruik. En de verwachting is dat het verbruik verder zal dalen tot 30 liter. Want vooral de jongeren vinden wijn vandaag niets bijzonders meer, het is voor hen een van de alcoholische en niet-alcoholische dranken die vandaag beschikbaar zijn.

Alle andere cijfers gaan in dezelfde richting. Tussen 1940 en 1950 waren er 1,4 miljoen hectaren wijngaard in Frankrijk, in 2019 nog 750.000 hectare. Het aantal mensen dat in de wijnbouw werkte, daalde van 1,4 miljoen in 1945 naar 500.000 in 2019. En sinds de overproductie tot 80 miljoen hectoliter na de Tweede Wereldoorlog, daalde de wijnproductie tot 42 miljoen in 2019: bijna een halvering.

Opvallend daarbij is dat het aandeel kwaliteitswijnen de hoogte inschoot, omdat steeds meer gebieden na de oorlog officieel erkend werden als Appellation d'Origine Controlée, en bijgevolg onderworpen werden aan regels. In 1950 vertegenwoordigde die hoogste kwaliteitscategorie iets meer dan 10% van de totale productie, vandaag bijna 75%. In 1959 diende ongeveer 50% van de Franse wijngaarden voor de eenvoudigste vin de table, in 2010 nog maar 5%.

Conclusie: de Fransen - en met hen de meeste West-Europeanen - drinken alsmaar minder, maar wel betere wijn. Daar kan een wijnliefhebber alleen maar blij om zijn.

 

 

 

toegevoegd op 24.01.2021