Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Uit het archief van de wijnschrijver

gerijpte artikels, columns, verhalen, reportages

Wijnen om buiten te drinken

Als het mooi weer wordt, is het tijd voor terraswijnen. Gascogne is een streek die zich daarin gespecialiseerd heeft. 

Het zijn niet altijd topwijnen die het grootste genot leveren. Zeker als de zon schijnt, en de tafels buiten worden gedekt, komen complexe wijnen sowieso niet tot hun recht. Een eenvoudige landwijn is dan beter op zijn plaats. Op voorwaarde dat hij goed gemaakt is. Het is niet omdat een wijn "vin de pays" heet en minder dan 7 euro kost, dat je er geen zuiverheid, evenwicht en aromatische expressie van mag verwachten.

Er bestaan nog veel vooroordelen tegenover deze "vins de pays". Omdat ze niet tot de categorie der "appellations controlées" behoren, worden ze vaak met achterdocht benaderd. Dat is niet altijd terecht.

Sommige wijnen worden verplicht zich "landwijn" te noemen, alleen omdat ze een druivensoort bevatten die volgens de plaatselijke regels van de "appellation controlée" niet toegelaten is. In Frankrijk is de wijnwereld strikt gereglementeerd: bepaalde druivensoorten worden voorbehouden voor bepaalde streken. Wil een bekwame wijnbouwer in Languedoc of Provence een wijn van cabernet sauvignon of van chardonnay maken, dan moet hij automatisch "vin de pays" op het etiket vermelden, omdat deze druiven niet voorkomen in de lijst van toegelaten soorten. Dat leidt tot situaties waarbij wijnen die tot de top van hun streek behoren, die overal ter wereld gevraagd zijn en tegen zeer dure prijzen verkocht worden, toch als landwijn door het leven gaan. Voorbeelden zijn het Domaine de Trévallon in de Provence en La Grange des Pères in Languedoc.

Daarnaast zijn er streken die in hun geheel niet vallen onder het statuut van "appellation controlée". Zo zijn er heel wat in Frankrijk: ze vertegenwoordigen ongeveer één derde van de totale wijnproductie. In die regio's worden dus alleen landwijnen gemaakt, maar vooral de laatste tien jaar werden er veel inspanningen gedaan om de kwaliteit van die wijnen te verbeteren. Er is nu eenmaal geen markt meer voor goedkope slobberwijn. De moderne wijntechnologie heeft een belangrijke bijdrage geleverd: tanken van roestvrij staal hebben gezorgd voor meer zuiverheid en hygiëne, temperatuurcontrole en oenologische analyses vermijden ontsporingen tijdens de gisting. Daarnaast heeft zowat iedereen nu begrepen dat je geen goede wijn kan maken zonder een minimum aan beheersing van het oogstrendement: teveel druiven leidt onvermijdelijk tot gedilueerde wijn. Ook de selectie van de oogst heeft meer aandacht gekregen: de onrijpe, beschimmelde en rottende druiven mogen niet meer mee in de gistkuip, want dan krijg je logischerwijs onzuivere geuren en smaken in de wijn.

 

Eén van die regio's die zich liet opmerken door een stijgende kwaliteit en een eigentijdse commerciële aanpak, is Gascogne, ook wel bekend als de streek van de Drie Musketiers en de armagnac. Ze is gelegen in het zuidwesten van Frankrijk, onder het prestigieuze Bordeaux. Sinds het midden van de jaren 1980 wordt daar jaarlijks een groeipercentage neergezet van meer dan tien procent, niet slecht voor een wijnland "in crisis". In 2004 werd zelfs beslist om het productiegebied van de "vins de pays des Côtes de Gascogne" uit te breiden van het departement Gers naar de twee aangrenzende departementen Landes en Lot-et-Garonne. Vandaag zijn er ongeveer 1400 wijnproducenten actief. Daarmee is Gascogne één van de belangrijkste productiegebieden van witte wijn in Frankrijk, en de op één na grootste regio voor landwijnen.

Dat succes is niet onlogisch. Ten slotte geniet de streek van dezelfde klimatologische voordelen als Bordeaux: voldoende warm door de zuidelijke ligging, maar tegelijk getemperd door de nabije Atlantische Oceaan. Dat zorgt voor een lange en langzame rijping van de druiven, waarbij die de nodige tijd krijgen om hun aromatisch potentieel optimaal te ontwikkelen. Geen wonder dat de Gascognewijnen, vooral de witte, zo expressief zijn, met hun knisperende zuren en verleidelijke aroma's van citrusvruchten, groene kruiden en mineralen. Nochtans worden ze gemaakt van weinig bekende en weinig gewaardeerde druivensoorten: vooral de ugni blanc (de basisdruif voor cognac en armagnac, identiek aan de Italiaanse trebbiano) en de colombard (die af en toe opduikt in de terraswijnen van de Nieuwe Wereld). Er wordt ook wel petit manseng en gros manseng geteeld, en ook de sauvignon blanc breekt er door, omdat die druif (gekend van Sancerre en Pouilly-Fumé) eveneens de levendige frisheid levert waarnaar de wijnbouwers uit Gascogne op zoek zijn. Maar het is de combinatie tussen ugni blanc en colombard die volgens mij de plezierigste wijnen levert.

Gascognewijnen zijn ideaal om buiten te drinken, als aperitief of bij een zomers slaatje en andere koude bereidingen. Het alcoholpercentage is vaak minder dan 12 graden, altijd mooi meegenomen als de zon op de hoofden brandt. Uiteraard zijn er ook in die streek goede en minder goede producenten aan het werk: vooraf proeven is de boodschap. Let vooral op het gehalte sulfiet, een bewaarmiddel dat de wijn beschermt tegen oxidatie en bacteriën, en herkenbaar is aan de geur van een verbrande lucifer. Om de levendigheid en frisheid te behouden - hèt verkoopsargument bij uitstek voor deze wijnen - durven de wijnbouwers wel eens "zeker voldoende" sulfiet toe te voegen. Met onaangename aroma's, hoofdpijn en mogelijke allergische reacties tot gevolg. En dat kan niet de bedoeling zijn van een glaasje wijn, onder een parasol, naast de barbecue.

 

www.vins-cotes-gascogne.fr