Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Urban wineries: een internationale trend, nu ook in ons land

wijnnieuws

Urban wineries: een internationale trend, nu ook in ons land

Het begon in New York, en waaide nadien over naar Parijs en Londen: wijnliefhebbers begonnen wijn te maken in het centrum van de stad, wars van alle geldende regels. Ook ons land volgt: wij gingen proeven in Brussel, Antwerpen en Luik. "Natuurlijk kan je goede wijn maken zonder de regels te volgen."


"Mijn grote droom was wijn maken", zegt Thierry Lejeune (55), "Maar dan moest ik naar het buitenland verhuizen, en mijn vrouw en kinderen ook. Dat zagen we niet zitten. Dus dacht ik: als ik niet naar een wijngaard kan gaan, laat ik de wijngaard naar mij komen."

We ontmoeten hem in Greenbiz, een bedrijvencentrum voor duurzame projecten vlakbij het Kanaal van Brussel. Hier heeft Lejeune Gudule Winery opgericht, zo genoemd naar Sint-Goedele, de patroonheilige van de stad. En hier laat hij vers geoogste druiven, via gekoeld transport, uit het buitenland aankomen: Franse, Italiaanse, Spaanse, Duitse, Oostenrijkse ... Kan dat zomaar?

"Dit gaat inderdaad in tegen de regels van de appellation d'origine protégée", zegt hij.  "Die schrijven immers voor dat druiven geteeld en tot wijn verwerkt moeten worden in een welomschreven streek. Maar het is niet verboden om druiven te kopen in andere streken en landen, je verliest dan wel het recht om een appellation op je wijnetiket te zetten. Maar ik wil geen wijn met een appellation, ik wil mijn eigen wijn maken, vrij van regels. Een wijn uit Brussel."

"European Union Wine", staat op zijn etiketten. En daaronder: "Proudly crafted and bottled in Brussels." Zo kan het dus ook. Zijn vaste medewerker en enkele tijdelijke medewerkers zijn in zijn kleine hangar aan het bottelen.

"Het is natuurlijk wennen", zegt Lejeune. "We zijn eraan gewoon dat wijn gemaakt wordt in landelijke gebieden, niet in het centrum van een stad. Maar net dat maakt het zo boeiend."

Lejeune had geen ervaring in het wijnmaken, hij heeft een carrière van twintig jaar in de drukkerijsector achter de rug: "Maar mijn grote passie is altijd wijn geweest. De trend van de urban wineries, wijnmakerijen in het midden van de stad, heeft mij op het idee gebracht om dit ook in Brussel te doen."

Hij begon dus rond te reizen om wijnbouwers te ontmoeten en hen te vragen of hij hun druiven mocht kopen: "Maar ik wilde alleen biologisch geteelde druiven, al mijn wijnen hebben een bio-certificaat."

Niet alleen koopt hij druiven in verschillende landen, hij mixt ze ook door elkaar in zijn wijnen. Met succes. Zo wordt zijn rode wijn "Retour du Marché", een ongewone blend van druiven uit Zuid-Frankrijk, Beaujolais, Bordeaux en Toscane, geschonken in het tweesterrenrestaurant La Paix. Twee andere wijnen maakt hij speciaal voor het vijfsterrenhotel Amigo op de Grote Markt van Brussel. Lejeune vertelt het met zichtbaar plezier: "Zie je wel dat je goede wijn kan maken zonder de regels te volgen?"

 

Van Brussel trekken we naar Luik. Daar ontmoeten we Katrien Dubois en haar broer Joris (45 en 42 jaar).  Zij zijn afkomstig uit Hasselt, maar hebben hun wijnmakerij pal in het centrum van Luik gevestigd. Vandaar de naam Luyck Urban Winery.

"Onze familie had een industriële schrijnwerkerij in Bilzen, ikzelf studeerde af als industrieel ingenieur landbouw", vertelt Katrien. "Na de verkoop van onze schrijnwerkerij hebben we een wijngaard aangeplant in de Ardennen, op grond die al van ons was. Maar de druiven zijn nog niet geschikt om er wijn van te maken. Later wil ik dat wel doen, al zal dat altijd maar een klein deel zijn van de twaalf ton druiven die we nu jaarlijks invoeren uit het buitenland."

Die eigen wijngaard bracht Katrien en Joris wel op het idee om een urban winery op te richten. "De eerste urban wineries duiken rond de eeuwwisseling op in de Verenigde Staten vanuit de groeiende trend naar lokale producten", vertelt Joris. "Maar omdat je in het midden van een stad geen druiven kan telen, werden de druiven aangekocht buiten de stad. En vervolgens ook in het buitenland."

Katriens achtergrond als ingenieur zorgt ervoor dat alles heel professioneel verloopt:

"De druiven worden in één tot twee dagen met gekoeld transport naar hier gebracht. Die snelheid en koeling zijn heel belangrijk om onberispelijke druiven naar hier te krijgen. En dan begint het leukste werk voor ons: de creatie van de wijnen. Omdat we niet onderworpen zijn aan de regels van een beschermde wijnstreek, mogen we de druiven halen waar we willen én er ook de wijnen mee maken die we willen."

Zo kopen ze voor een rode wijn tempranillo in Spanje, kékfrankos in Hongarije en pinot noir in Bourgogne. Een rosé bevat Italiaanse sangiovese, ciliegiolo en mammolo en Hongaarse kékfrankos, merlot en pinot noir. En ook hier dragen alle wijnen het label van European Union Wine.

Als het beter is voor het eindresultaat, wordt een wijn zelfs geheel of gedeeltelijk in het buitenland gemaakt: "Dan werken wij hem hier af in onze kelders, en laten hem rijpen in eikenhouten vaten."

We kijken onze ogen uit als we afdalen in de prachtige gewelfde en geklasseerde kelders uit de zestiende eeuw, die onder hun wijnboetiek en wijnmakerij gelegen zijn.

"We maken ook graag schuimwijn volgens de champagnemethode", zegt Joris. "Dat vraagt wel meer werk. Na het maken van de witte wijn moeten we hem in bulk naar een specialist brengen die hem bottelt en laat hergisten in de fles. Daarna halen we de flessen op en rijpen ze in onze kelders. Maar voor het verwijderen van de gistrest moeten de flessen weer naar een specialist. We zouden natuurlijk graag alles in huis doen, maar dat vraagt een grote investering in materiaal. En om die te doen renderen, zouden we meer schuimwijn moeten maken."

 

Patrick Nijs (54) koopt geen druiven in het buitenland, hij teelt ze zelf. "Dat maakt van mij een buitenbeentje in de wereld van de urban wineries", lacht hij. In Antwerpen, op amper 350 meter van de Grote Markt, ontmoeten we hem in De Wijnfaktorij, die hij zijn "urban boutique winery" noemt.

"Ik ben begonnen met een kleine wijngaard in Maaseik", vertelt hij. "Daarna heb ik daar een wijngaard in Tielt-Winge aan toegevoegd, gevolgd door wijngaarden in Nieuwrode en Kontich, samen 2,5 hectare. België is immers geen makkelijk land om druiven te telen, je moet echt je plekken zorgvuldig kiezen."

Nijs is afgestudeerd als industrieel ingenieur milieutechnologie. Als liefhebber van goed eten en goede wijn gaf hij jarenlang een culinair magazine uit, en organiseerde hij culinaire evenementen. Tot hij besloot om wijnbouwer te worden, en een opleiding ging volgen aan de Université du Vin in de Franse Rhônevallei.

Het grootste deel van zijn tijd besteedt hij aan het werk in zijn wijngaarden: "We

telen onze druiven zo natuurlijk mogelijk en plukken alles met de hand. Daarna brengen we onze druiven de stad binnen, omdat ik het leuker vind om hier wijn te maken, dicht bij de wijnliefhebber. Vaak volgen voorbijgangers het wijnmaakproces door het raam. Ook het wijnmaken gebeurt op een natuurlijke manier zonder additieven. En ik klaar of filter mijn wijnen niet, om zoveel mogelijk smaak en eigenheid te behouden."

Die inspanningen werden beloond. In 2021 werd een van zijn wijnen geselecteerd door het wereldberoemde Spaanse restaurant El Celler de Can Roca, drie sterren bij Michelin, en al tweemaal uitgeroepen tot beste restaurant ter wereld in de "World's 50 Best Restaurants". Sommelier Josep Roca noemde zijn rode wijn Kontreir "een wijn met een unieke identiteit en expressie." Hij staat ook op de kaart van Hof van Cleve (drie sterren), Hertog Jan en L'Air du Temps (twee sterren).

"Kontreir is ons topgamma dat ik alleen in uitzonderlijke jaren maak", vertelt Nijs. "De rode is een blend van acolon en dornfelder, twee Duitse druiven, met pinot noir, bekend van de Franse bourgognes. Die teel ik in mijn eigen wijngaarden op een zuidoostelijke helling met een unieke bodem van ijzerzandsteen. Dat ik met deze wijn nu in de wijnkelder van zo'n prestigieus restaurant lig, naast alle grote wijnen van de wereld, dat is een fantastisch compliment."

Toch kan hij voor deze wijn zelfs in Vlaanderen geen beschermde herkomstbenaming krijgen, omdat hij in het centrum van Antwerpen wordt gemaakt: "Maar het label European Union Wine wil ik niet, ik vind dat te algemeen, daarom zet ik fine wine from Belgium op mijn flessen."

Naast zijn topwijnen die Kontreir heten, heeft hij ook een basisgamma onder de naam Chansaar. "Dat weerspiegelt wie ik ben", lacht hij. "Een beetje kontreir, maar ook een chansaar dat ik deze wijnen mag maken zoals ik wil."

Beter kan een urban winery niet getypeerd worden.