Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Uit het archief van de wijnschrijver

gerijpte artikels, columns, verhalen, reportages

De wijn van de pausen herleeft

De verrijzenis van Châteauneuf-du-Pape

Het werd al vaker gezegd: spiritualiteit zit in de lift. Ook in de wijnwereld, zo blijkt. Want welke wijn had er nu een oubolliger imago dan Châteauneuf-du-Pape? Alleen de naam al! Maar de wijn van de middeleeuwse pausen herleeft. Wij trokken zuidwaarts om dat live mee te maken.

 

Châteauneuf-du-Pape is ongetwijfeld één van de beroemdste wijndorpen van Frankrijk. Het ligt in de zuidelijke Rhônevallei, vlakbij Avignon waar de pausen in de veertiende eeuw hun paleis hadden. Naar verluidt had het pauselijke hof een grote voorliefde voor wijn, zodat de wijngaarden rond Avignon sterk werden uitgebreid, tot in Châteauneuf-du-Pape toe. Nochtans kreeg het dorpje - oorspronkelijk Châteauneuf-Calcernier geheten - zijn pauselijke toevoeging "du Pape" pas, lang nadat de pausen teruggekeerd waren naar Rome.

Belangrijker dan de paus voor de wijncultuur in deze streek, was de arts en oenoloog Philippe Dufays. Hij pleitte in de eerste helft van de twintigste eeuw voor het opnieuw aanplanten van dertien traditionele druivensoorten: syrah, grenache, mourvèdre, cinsault, picpoul, picardan, counoise, clairette, bourboulenc, muscardin, vaccarèse, roussanne, terret noir. En Châteauneuf-du-Pape diende met alle dertien soorten te worden gemaakt! Zelfs de witte druivensoorten werden voor de rode wijn gebruikt. Dufays zag het als zijn levenstaak om de ideale proporties te bepalen en zo de ultieme Châteauneuf-du-Pape te bekomen.

Deze plaatselijke wijntradities raakten echter voorbijgestreefd. De trend naar monocépagewijnen (wijnen van één enkele druivensoort) ging diametraal in tegen de mengeling van dertien soorten, waarbij de typiciteit van elke druif verloren gaat in het geheel. Tegelijk gingen mensen ook verlangen naar meer fruitgedreven wijnen, eleganter en sneller drinkbaar. Daar beantwoordden de wijnen van Châteauneuf-du-Pape evenmin aan. Integendeel: ze stonden synoniem voor krachtige, rustieke en alcoholrijke rode wijnen, die lang moesten rijpen en vooral bij wild en stoofschotels pasten. De druiven krijgen in deze zuiderse Franse streek immers veel zon. Bovendien liggen overal in de wijngaarden grote witte keien die overdag de zonnehitte opslorpen en de warmte 's nachts weer teruggeven aan de wijnstok. Dat zorgt voor zeer rijpe druiven, en dus veel alcohol in de wijn. In het begin van vorige eeuw werd Châteauneuf-du-Pape vaak gebruikt als versterker van bourgognewijnen.

Daarbij kwam dat de plaatselijke wijnbouwers te lang vasthielden aan oude methoden om wijn te maken, vaak in onhygiënische omstandigheden, en met een veel te lange rijping op muffe vaten. Het gevolg was dat Châteauneuf-du-Pape zijn plaats verloor aan de tafels van een nieuw wijnminnend publiek. Wie bestelde die stoffige wijn nog in een tijd van trendy wijnen met eigentijdse grafische etiketten? De wijnwereld veranderde aan een duizelingwekkende vaart, en de wijn van de pausen raakte hopeloos achterop.

Maar sinds het begin van de 21ste eeuw hebben de wijnbouwers het Licht gezien. Op korte tijd veranderde er veel in dit kleine middeleeuwse dorpje: investeringen in nieuwe wijntechnologie, modernere vinificatietechnieken met minder lange gistingsperiodes, en een minder lang verblijf op eikenhout. De goed in de markt liggende druivensoorten syrah en grenache werden meer gebruikt, er werden wijnen gemaakt die sneller op dronk zijn en meer aangepast aan de smaak van een eigentijds publiek. Alleen de naam bleef volstrekt onhip, maar misschien kan dat een voordeel worden. Anti-marketing is soms een zeer efficiënte vorm van marketing.

 

Eén van de dynamische wijnondernemers die het stoffige imago van de appellatie van zich heeft afgeschud, is Laurent Bréchet. Hij leidt onder meer het wijnkasteel Château de Vaudieu. Dat kwam in 1955 in het bezit van zijn grootvader, een visionair wijnmaker die toen al meer potentieel voor kwaliteit zag in de streek. Hij restaureerde het kasteel uit de achttiende eeuw, en herstelde de verwaarloosde wijngaarden. Vandaag beheert kleinzoon Laurent 70 hectaren, uitsluitend voor Châteauneuf-du-Pape (90% rood en 10% wit). Hij neemt ons in zijn terreinwagen mee doorheen de wijngaarden. In één van de hoger gelegen percelen toont hij ons een muur die zijn grootvader bouwde om de wijnstokken te beschermen tegen al te hevige wind, terwijl hij ook voor gaten in die muur zorgde zodat de wind de druiven droog kon blazen om rotting te vermijden. Hij praat met veel vuur over zijn grootvader en wil diens werk verder zetten, maar heeft tegelijk op geen frank gekeken om te investeren in het  modernste vinificatiemateriaal.

Een wijnkasteel dat eveneens resoluut opteert voor een moderne aanpak, is Château de Beaucastel, eigendom van de familie Perrin. Toch gelooft deze familie nog altijd in de dertien traditionele druivensoorten, als één van de enige in de streek. Maar elke soort wordt afzonderlijk gevinifieerd: sommige in roestvrijstalen tanks, sommige in houten vaten, afhankelijk van de druif. Pas daarna worden de verschillende cuvées gemengd tot een waarlijk schitterende wijn. In de wijngaard wordt met zeer lage rendementen gewerkt, wat leidt tot hoge fruitconcentratie in het glas. Samen met de jonge "maître des chais" Pierre Perrin wandelen we door een piekfijn onderhouden zaal met machtige grote foeders waarin de wijn ongeveer een jaar rust alvorens gebotteld te worden. Nadien genieten we van een bijzonder interessante proeverij, niet alleen van oude jaargangen, maar ook van vatstalen van de afzonderlijk gevinifieerde druivensoorten. We zuchten van pure verrukking, dit is grote wijn. Maar Château de Beaucastel is dan ook niet goedkoop. Net zoals vele van zijn collega's. Want de wijn van de pausen ligt weer goed in de markt.