Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Uit het archief van de wijnschrijver

gerijpte artikels, columns, verhalen, reportages

Wijnland in een leerproces

In 2004 waren de Olympische Spelen in Athene een goede aanleiding voor de Griekse wijnbouw om zich aan de wereld te presenteren. Er werd in ons land zelfs een symposium over gehouden. Ik scheef er dit verslag over.

In alle sectoren wordt naarstig uitgekeken naar commerciële opportuniteiten rond de Olympische Spelen. Ook in de wijnbusiness. Plots verschijnt in de supermarkten meer Griekse wijn in de rekken. De invoerders van Griekse wijnen zijn actiever dan ooit. En onlangs kwam een delegatie van Griekse wijnbouwers naar ons land afgezakt in het kader van een heus "Grieks Wijnsymposium", dat plaatsvond in Kortrijk. Met slideshows en grafieken werd de toestand van de Griekse wijnbouw uiteengezet, en een selectie van Griekse wijnen kon geproefd worden door een publiek van sommeliers, invoerders en wijnschrijvers.

Wat bleek daaruit? Dat Griekenland veel vooruitgang heeft geboekt. Maar ook dat het land nog altijd in een leerproces zit. Dat is het frustrerende aan wijnbouw: je kan maar één keer per jaar leren en iets verbeteren. Heb je bij het oogsten of het maken van een wijn een fout begaan, dan moet je een volledig jaar wachten, tot de volgende oogst, om dat recht te zetten. Maar in dat volgende jaar zijn de klimatologische omstandigheden anders, en moet je weer op andere zaken letten. Een Franse wijnbouwer zei ooit: "Wijnmaken is niet moeilijk, behalve de eerste honderd jaar". Het is een boutade, maar er zit veel waarheid in. Vooraleer je als wijnbouwer echt je "terroir" kent, en vooraleer je weet hoe te reageren op verschillende weerssituaties, gaan er al snel vele jaren voorbij. Maar Griekenland is vastbesloten om zich bij de groep van volwaardige wijnlanden te voegen. Het klimaat is er geschikt voor: voldoende warm om de druiven goed rijp te krijgen, en tegelijk voldoende verkoeling omdat de zee vlakbij ligt. Er zijn ook heuvels en bergen, zodat men wijngaarden hoger kan aanleggen, of op de noordelijke flank van hellingen, waar het koeler is.

Griekenland is in ieder geval niet meer alleen het land van de retsina, die merkwaardige wijn met harssmaak waar toeristen hoofdpijn van krijgen. Al is er ook in die Griekse specialiteit kwaliteit te vinden.

Retsina ontstond in het antieke Griekenland toen wijn nog getransporteerd werd in amforen van gebakken aarde. Om deze wijnen luchtdicht af te sluiten, werd een mengsel van pleister en hars gebruikt. Dat gaf een aroma aan de wijn, en de Grieken dachten dat de wijn daardoor meer bewaarcapaciteit kreeg. Vandaar dat men hars begon toe te voegen als bewaarmiddel. Vandaag wordt retsina gemaakt zoals elke andere witte wijn, maar nog altijd worden kleine stukjes hars van de Aleppo-pijnboom toegevoegd aan het gistende druivensap.

Dat Griekenland als wijnland in de vergeethoek is geraakt, is eigenlijk verwonderlijk. Ten slotte is het een van de bakermatten van de Europese wijncultuur. Het waren de Grieken die, reeds eeuwen vòòr Christus, de druiventeelt en wijnmakerij introduceerden in landen als Frankrijk en Italië.Wijn werd in het oude Griekenland als een teken van beschaving gezien, hoewel alleen mannen geacht werden er te drinken, en dronkenschap scherp werd afgekeurd. Wijn werd als een gezonde drank beschouwd. De Griekse grondlegger van de Westerse medische traditie, Hippokrates, schreef uitvoerig over het weldadige effect van wijn op onze spijsvertering. Wijn werd zelfs verwerkt in wondverbanden en in zalf om zwellingen tegen te gaan. Ook voor de geestelijke gezondheid werd wijn heilzaam geacht. Uit het oude Griekenland stamt de spreuk "in vino veritas": de waarheid schuilt in de wijn. Wijn werd geprezen omdat hij mensen openhartiger en waarheidslievender maakte.

Maar met de teloorgang van de antieke Griekse beschaving, verdween ook de bloeiende wijncultuur. Pas in de negentiende eeuw werden opnieuw professionele wijnbedrijven opgericht. En in 1937 kwam er een heus wijninstituut in Athene om hulp en advies te bieden aan de Griekse wijnmakers. Door het droge en warme klimaat werden de Griekse wijnen aanvankelijk echter gekenmerkt door veel alcohol en een lage zuurtegraad. Ze waren ook vaak geoxideerd door een te lange bewaring in eikenhouten vaten. Vanaf 1985 begon de echte wijnrevolutie in Griekenland, en toonden de Griekse wijnbouwers dat zij ook andere wijnen konden maken dan retsina. Vooral de technologie van de temperatuurcontrole tijdens de gisting was voor Griekenland een enorme stap vooruit, omdat het effect van het warme klimaat op de wijn daardoor vermindert. Daarnaast trad een nieuwe generatie jonge oenologen aan, opgeleid in Frankrijk, Italië en Duitsland. Dat zorgde voor een wijnstijl die frisser en fruitiger was, meer in lijn met wat eigentijdse wijndrinkers vragen.

Interessant is dat deze jonge Griekse oenologen niet kozen voor de gekende internationale druivensoorten, maar de autochtone Griekse druivensoorten in ere herstelden. Daarvan zijn er ongeveer 300 in Griekenland, met exotische namen als assyrtiko, athiri, roditis, savatiano, moschofilero, moschomauro, limino, agiorgitiko, xynomavro …. Wijn kennen wordt haast een Olympische discipline.