Zijn er meer goede wijnjaren in de Nieuwe Wereld?
Een logische vraag, omdat de Nieuwe Wereld gekend is voor zijn warmer en stabieler klimaat. En dus verwacht je daar vaker rijpe druiven, en dus vollere wijnen. Kenmerken die geassocieerd worden met een goed wijnjaar.
Dat was trouwens de hoofdreden waarom de wijnen van de Nieuwe Wereld zo snel doorbraken in Europa. Jaar na jaar wijnen vol zoet fruit, zonder scherpe zuren of bittere tannines: dat waren wij in de Oude Wereld, in ons gematigder en wisselvalliger klimaat, niet gewend. Opgevoed met bordeaux en bourgogne hebben wij ermee leren leven dat druiven niet elk jaar mooi rijp worden, en dat dit in de wijn leidt tot zurige en bittere smaken. Waarom zijn wij dan toch niet massaal overgeschakeld op de Nieuwe Wereld?
Omdat het plaatje genuanceerder is. Want onrijpheid mag dan het probleem van de Europese wijnbouw zijn, in de Nieuwe Wereld dreigt altijd overrijpheid. En heb je al eens in een overrijpe vrucht gebeten? Dan weet je dat die - net zoals een onrijpe vrucht - niet lekker is. Ze smaakt weliswaar zoet, maar ook monotoon, wee, wak, vermoeid. Dat komt omdat ze fruitzuren mist, die haar smaak frisser en levendiger zouden maken. Exact het probleem van wijn die van overrijpe druiven werd gemaakt.
Te weinig zon (en dus een gebrek aan suiker in de druiven) is niet goed. Maar te veel zon (en dus een gebrek aan zuren) evenmin. Waarom plukken de wijnmakers in de Nieuwe Wereld dan niet vroeger? Omdat de druiven al suikerrijp zijn, terwijl hun aromatische potentieel en de rijping van hun schil en pitten nog niet voltooid zijn. Dus moeten ze wachten. Waardoor er alsmaar meer suikers worden opgebouwd, en de zuren afnemen. Alleen een druif die lang en langzaam rijpt, kan optimale rijpheid bereiken.
Geen wonder dat wijnmakers in de Nieuwe Wereld op zoek gingen naar koelere gebieden. Maar daar lopen ze dan weer het risico op onrijpheid. Net zoals er in Europa zuidelijke wijnstreken bestaan waar de zon fel en overvloedig schijnt, en waar de kans groter is op een te snelle rijping en dus overrijpheid.
Geen enkel wijnland kent slechts één klimaat. Overal komen verschillende klimaatzones voor, en zelfs lokale microklimaten, tot op het niveau van de wijngaard. Zo kan een wijngaard in een warm klimaat door een noordelijke oriëntatie of hoge ligging toch voldoende koelte vinden om overrijpe druiven te vermijden. En in een koel klimaat heeft een wijngaard die op het zuiden is gericht, meer kans op rijpe druiven. De ene druif is trouwens de andere niet: sommige druivenrassen gedijen beter in een koel klimaat, andere hebben net een warm klimaat nodig.
Wijn komt voort uit de natuur. En die is grillig en gevarieerd. In de Oude èn de Nieuwe Wereld.
