Jonge wijnbouwers doen Bourgogne herleven
Op 500 kilometer van Brussel ligt één van de beroemdste wijnstreken ter wereld: Bourgogne. Maar is zij die roem altijd waard geweest? Een nieuwe generatie wijnbouwers vindt van niet, en wil het beter doen.
Doordat de wereldvraag naar bourgognes zoveel hoger was dan het aanbod, gingen vele wijnbouwers door de knieën: zij kozen voor kwantiteit in plaats van kwaliteit. Zo verkochten ze meer wijn aan even hoge prijzen. Maar meer rendement leidt tot verwaterde wijnen. Dus werd er overvloedig gechaptaliseerd (suiker toegevoegd aan het gistende sap om de wijnen meer alcohol en body te geven). Wat tot onevenwichtige wijnen leidt die eerder aan snoep dan aan fruit doen denken. Maar de mythische naam van Bourgogne deed toch verkopen.
Bovendien kwamen chemische producten op de markt die de wijngaarden perfect beschermden tegen ziektes en insecten. Met chemische meststoffen werd de productie opgedreven. De huidige generatie zit met de gevolgen: de grond, het zo geroemde "terroir" van Bourgogne, werd op vele plaatsen morsdood gemaakt.
Vele bourgogneliefhebbers haakten af. De pinot noir- en chardonnay-wijnen van de Nieuwe Wereld zagen hun kans schoon.
De kinderen en kleinkinderen van deze wijnbouwers hebben het roer omgegooid. Zij zagen de wereldmarkt evolueren, studeerden oenologie aan wijnuniversiteiten in plaats van de familiale tradities blindelings te volgen, en leerden de biologische wijnbouw kennen. Zij vonden dat er meer respect moest komen voor de typiciteit van het Bourgondische terroir en haar druiven, de chardonnay en pinot noir.
"Planten zijn als mensen", zegt Patrice Rion, "Ze moeten zich goed voeden. En dat kan niet in vervuilde grond."
Daarom - toen hij het domein van zijn vader overnam - begon hij de reconversie naar biologische wijnbouw.
"Het was hoog tijd", zegt hij, "Al mogen we nog van geluk spreken. De wereldvraag naar wijn is blijven stijgen. En daarom is de vraag naar Bourgogne nooit gedaald, ondanks de lagere kwaliteit. Maar het kan keren. We zijn niet meer automatisch de beste. We moeten zorg dragen voor onze sterkste troef: ons terroir."
Die openheid voor de wereld treffen we overal aan bij deze jonge wijnbouwers. Ze gaan in andere landen wijn proeven, en geven toe dat niet alleen de "bourguignons" pinot noir en chardonnay kunnen vinifiëren.
"Maar niemand heeft een terroir zoals wij", zegt Patrice Rion.
Hij combineert zijn geloof in de biologische wijnbouw met de technologische vooruitgang, belangrijk voor een zorgvuldige en hygiënische vinificatie.
Maar de industrialisatie van de wijnbouw ziet hij niet zitten, want dat leidt tot uniformisering: "Wijn blijft een artistieke keuze."
Alain Meunier woont vlakbij en evolueert ook naar biologische wijnbouw. Hij begon wijn te maken op zijn 25ste. Voordien had hij nog geen wijnstok van dichtbij gezien. Door zijn vrouw Sofie, dochter van de legendarische wijnmaker Jean-Jacques Confuron, groeide zijn passie voor wijn. Vandaag biedt hij wijnen aan onder het label van zijn inmiddels overleden schoonvader, en onder het label Féry-Meunier, een wijnbedrijf dat hij heeft opgericht met advocaat Jean-Louis Féry uit Lyon.
Alain Meunier vindt de biologische wijnbouw niet alleen beter voor het milieu, maar ook voor de wijn omdat het terroir zich beter exprimeert. Hij wil niet verder groeien in volume, wel in kwaliteit. "Ik heb drie kinderen", zegt hij, "Ik wil hen zien opgroeien. Ik wil niet alleen wijn maken in mijn leven."
Voor de vroegere generaties beheerste wijnmaken hun hele dagelijkse leven. Vandaag is zelfs in de kleine Bourgondische dorpjes de trend naar meer levenskwaliteit doorgebroken.
Anne Gros was vastbesloten om met haar wijnen tot de wereldtop te behoren, en dat heeft ze ook gerealiseerd. "Waartoe dient het anders om een deel van mijn leven op te offeren aan de wijnbouw?", zegt ze.
Dat streven naar de hoogste kwaliteit strookt perfect met haar wens om het kleinschalige karakter van haar wijnbedrijf te behouden, zodat ze tijd overheeft voor haar familie.
Anne Gros stamt uit een zeer oude wijnbouwersfamilie van Vosne-Romanée, en zag als kind vooral de negatieve kanten van het vak: geen vrije tijd, geen familieleven.
Maar toen haar vader François gezondheidsproblemen kreeg, begon ze met hem samen te werken. Het boterde niet. Terwijl haar vader drievierde van de productie verkocht aan handelshuizen en de rest aan toeristen, wilde Anne overstappen op biologische wijnbouw en minder rendement. Op haar 22ste nam ze het domein over.
Ze ziet er frêle uit, maar wat ze helemaal op haar eentje heeft verwezenlijkt, dwingt bewondering af.
Ze werkt biologisch, maar niet fanatiek: "Ik kan mij financieel niet permitteren een oogst te mislukken omwille van een biologisch dogma."
Ze praat over "l'intimité entre le sol, la plante et moi", maar zweert de technologie niet af.
Die gedoseerde aanpak leidt tot schitterende (en ook dure) wijnen, die getuigen van haar streven naar evenwicht.
Jean-Louis Trapet, zoon van de beroemde Jean Trapet uit Gevrey-Chambertin, gaat nog een stap verder dan de biologische wijnbouw: hij is een aanhanger geworden van "la biodynamie".
"Vroeger was de grond voor de wijnbouwers alleen maar een middel om wijnstokken te kweken", vertelt hij, "Terwijl de grond de essentie is."
Hij maakt een prachtige vergelijking tussen de evolutie van de wijnstok en deze van de wijn: "De wijnstok begint bij de wortel, en gaat dan via de bloem naar het fruit. De wijn in de fles volgt het omgekeerde traject: eerst de aroma's van fruit, dan komen bloemige aroma's, en ten slotte gaat wijn opnieuw smaken en geuren naar de grond. De wijn vertrekt dus van de aarde, en keert er naar terug."
Daarom vindt de biodynamie het respect voor de grond zo belangrijk. In plaats van de ziektes jaarlijks te bestrijden, wil hij de immuniteit van de wijnstok versterken. Hij vergelijkt het met de homeopatische geneeskunde.
De biodynamisten huldigen ook het principe van de non-interventie: "De wijnstok en de wijn leiden hun eigen leven. Wij grijpen niet in. Wij begeleiden alleen maar."