Het gekruiste ras van Zuid-Afrika
In haar geboorteland is de pinotagedruif niet erg geliefd. Toch worden er fascinerende wijnen van gemaakt. Die wonderwel bij wild passen.
Abraham Izak Perold was een professor oenologie aan de universiteit van de Kaapse wijnhoofdstad Stellenbosch. In 1925 slaagde hij erin om twee druivenrassen te kruisen: pinot noir en cinsaut. Van de eerste druif worden de wereldberoemde rode bourgognes gemaakt. De andere wordt aanvullend gebruikt in wijnen van het Franse zuiden. Het resultaat werd "pinotage" genoemd, een kruising van "pinot noir" en "hermitage", de term voor cinsaut in Zuid-Afrika.
Tot op vandaag komt deze druif vrijwel alleen in Zuid-Afrika voor. In de concurrentiestrijd met andere wijnlanden kan ze een unieke troef betekenen, zoals de zinfandel van Californië of de tempranillo van Spanje. En toch is pinotage in eigen land niet zo geliefd. Ze wordt meer uitgerukt dan aangeplant, en maakt slechts 6% van het totale druivenbestand uit. Wijnbouwers verwachten meer commercieel succes van internationale rassen als cabernet sauvignon. "Persoonlijk vind ik het een heel boeiende druif", zegt Gert Hiel, invoerder van Zuid-Afrikaanse wijnen in België, "Maar commercieel is het geen hoogvlieger."
Bovendien is pinotage moeilijk te telen. Ze heeft vooral veel koelte nodig, en dat is niet evident in een warm land als Zuid-Afrika. Gelukkig sturen de twee oceanen, de Atlantische en de Indische, koele zeewind over de Kaap, maar je moet de wijngaarden dan wel voldoende hoog aanleggen. De beste pinotagedruiven krijgt men van "bush vines". Die groeien laag tegen de grond, en hun gebladerte beschermt de druiven tegen
al te warme zon.
Ook de vinificatie schijnt niet eenvoudig te zijn. Soms zijn de wijnen te jammy, zonder voldoende ruggengraat. Soms zijn ze juist heel stug, met tannines die pas na lange jaren wat van hun strengheid prijsgeven. Vandaar dat slechts een handvol wijnmakers erin slaagt om het beste uit deze druif te halen. Dat heeft te maken met talent, maar ook met een hardnekkig geloof in deze Zuid-Afrikaanse "uitvinding", die heel andere wijnen oplevert dan de klassieke Europese.
Twee actieve believers in pinotage zijn Beyers Truter en Jeremy Walker.
De eerste is de wijnmaker van het wereldvermaarde wijngoed Kanonkop. Hij heeft ook zijn eigen domein, Beyerskloof, dat internationale erkenning afdwingt. In 1996 riep hij de Pinotage Association in het leven om deze druivensoort te promoten en wijnboeren technisch bij te staan in het verbeteren van de kwaliteit.
Jeremy Walker maakt een van de duurste pinotages, Hidden Valley, en heeft ook zijn eigen domein, Grangehurst. Ik heb hem ontmoet in Zuid-Afrika, en raakte onder de indruk van de uiterste zorgvuldigheid waarmee hij te werk gaat. Terwijl vele Zuid-Afrikaanse wijnboeren hun wijngaarden geërfd hebben, is Walker van nul vertrokken. "Tot voor kort stond mijn keuken nog vol met wijnflessen", vertelde zijn echtgenote mij. Voorlopig is hij aangewezen op de aankoop van druiven, maar hij stelt strenge eisen.
Zo wil hij dat zijn druiven alleen geoogst worden in kleine mandjes, om te vermijden dat ze geplet raken vòòr ze zijn vinificatiekelder bereiken. Want Jeremy Walker heeft maar één droom: topwijn maken. Hij streeft dan ook niet naar kwantiteit: "Vandaag produceer ik vijfduizend kisten, en dat kan ik verdubbelen, maar verder ga ik niet."
Bij de wijnliefhebbers, onder meer in Vlaanderen, blijken er eveneens vurige fans te bestaan. Invoerder Willy Rouseu, specialist in Zuid-Afrikaanse wijnen, liet mij zijn mooie collectie pinotages in verschillende stijlen en prijsklassen proeven.
Ook onder de sommeliers is er een groot bewonderaar, en niet van de minste: Luc De Roose, vroeger sommelier van het driesterrenrestaurant De Karmeliet in Brugge.
"Als pinotage goed gemaakt is, dan is het een fascinerende, opwindende wijn", zegt hij.
Hij raadt de wijn aan bij wild, maar ook bij zoetzure combinaties.
"Pinotage is een karakterdruif die je moet nemen zoals ze is", zegt Luc De Roose, "De wijnen zijn krachtig, met mooie zuren, en flink wat bitterheid. Zeker als je geduld hebt, zijn ze bijzonder dankbaar. Ze kunnen heel goed verouderen."
Hij vertelt dat hij pinotage soms dagen in een karaf laat staan, en dat de wijn niet oxideert. Dat zegt iets over zijn kracht en structuur.
Heel bijzonder aan pinotage is het spel van contrasten. De opstuivende mix van rood en zwart fruit in geur en smaak. Een helrode kleur van kersen, waarachter donkere stalgeuren en wildaroma's blijken schuil te gaan. Een wilde, dierlijke neus die verrassend leidt naar een fijne, beschaafde textuur. Een sappige fruitigheid, die zich plots vermengt met een beheerste bitterheid.
U merkt het: ik word er wat lyrisch van. Maar u hoeft mij niet blindelings te geloven. Zelf proeven is altijd de boodschap.