Wijnkelder in de zomer
Warm weer kan de wijnliefhebber voor een probleem plaatsen: hoe houd ik mijn wijnen koel?
Elke wijnliefhebber weet aan welke voorwaarden een bewaarplaats voor wijn moet voldoen: donker, geen trillingen, voldoende ventilatie (maar geen tocht), een vochtigheidsgraad van 60 à 70%, koel. Maar: die koele temperatuur moet constant blijven. En daar knelt het schoentje. Want als in de zomer de buitentemperatuur oploopt, kan ook de wijnkelder warmer worden. Wat dan?
Ik heb mijn wijnen ondergebracht in een speciaal voor hen gegraven kelder. Voldoende diep zodat de temperatuur – zo dacht ik - constant zou blijven. Maar omdat het huis op een hoogte ligt, bevindt de kelder zich nog altijd relatief hoog ten opzichte van de omgeving. En dus ondervindt hij meer de invloed van de buitentemperatuur. Tijdens de eerste zomer zag ik het kwik van mijn kelderthermometer dan ook schrikbarend stijgen.
Ik sliep er 's nachts niet van. Achttien graden, hamerde het door mijn hoofd, dat is te hoog, je drinkt je wijn niet eens op die temperatuur. Natuurlijk zou het na de zomer wel weer koeler worden. Maar precies die temperatuurschommelingen kunnen dodelijk zijn voor een wijn. Airconditioning? Geen goede oplossing: het droogt de lucht uit. Daardoor krimpen de kurken, komt er lucht in de flessen, en wordt de wijn onherroepelijk slecht. Je hebt een installatie nodig die tegelijk de lucht koelt èn bevochtigt. Ik belde enkele gespecialiseerde bedrijven. Ze bleken allemaal voor maanden volgeboekt te zijn. Er zijn veel wijnkelders in België.
Ik kon niet langer wachten: het leven van mijn wijnen stond op het spel. En toen zag ik het telefoonnummer van een bedrijfje met de veelbelovende naam "Degré 12". Twaalf graden. De ideale temperatuur voor een wijnkelder. Ik kreeg een verkoperig persoon aan de lijn, die mij honderduit vertelde over de speciale elektronische installatie die hij persoonlijk op punt had gesteld, en waarop hij een patent had gekregen. Het koelde en bevochtigde de lucht, en garandeerde zowel een constante temperatuur van 12° als een luchtvochtigheidsgraad van 60 à 70%.
Enigszins op mijn hoede vroeg ik hoeveel dit kostte. Tweeduizend euro, zei hij, plaatsing en een tienjarige garantie inbegrepen. Hij zou op papier zetten dat ik mijn geld zou terugkrijgen indien ik niet tevreden was. De man leek zeker van zijn stuk. Maar hoe snel kon hij dit komen plaatsen? "U zal wel veel werk hebben met al dat succes", fleemde ik. Als bij wonder had iemand zijn bestelling geannuleerd, waardoor hij volgende week een dag vrij had. Maar dan moest ik wel meteen bestellen. Anders zou ik maanden moeten wachten.
Ik vroeg een complete beschrijving van zijn systeem en zijn referenties. Vijf minuten later kreeg ik alles doorgefaxt. Was de man zo efficiënt, of had hij gewoon niets te doen? Misschien was zijn systeem een flop, en kon hij er geen klanten voor vinden? Ik twijfelde. Tegelijk besefte ik dat ik geen andere keuze had. Ik besloot het erop te wagen, en belde terug om mijn bestelling te bevestigen. Hij bedankte mij voor het vertrouwen, en vroeg of hij de volgende dag even kon langskomen om mijn wijnkelder te bekijken alvorens het werk aan te vatten. "Verdraaid, die heeft echt niets anders te doen", dacht ik. Of was het een dief, gespecialiseerd in het leegroven van wijnkelders? Ik deed 's nachts geen oog dicht.
's Anderendaags stopte een blauwe BMW cabriolet voor de deur. Een vlotte dertiger, Ray-Ban op de neus, gel in het haar, stapte uit. Ik kromp ineen. Dit was ofwel een zeer gladde verkoper, ofwel een lid van de maffia. Met lood in de schoenen leidde ik hem naar mijn wijnkelder. De man maakte enkele aantekeningen, zei dat het geen probleem zou zijn om hier een perfect klimaat voor wijnen te creëren, en bood mij aan om binnen de opgegeven prijs ook de deur van de wijnkelder te isoleren. Anders gaat u denken dat mijn systeem niet werkt en dat wil ik niet, zei hij. Hij keek even achteloos in mijn wijnrekken. "Château d'Yquem", zei hij bewonderend. Ik voelde een koude rilling over mijn rug lopen. Net die ene grote naam haalde hij eruit, terwijl ik daar maar één fles van had. Ik nam mij voor een slotenmaker te bellen om de deur extra te beveiligen. Zijn kompanen zouden hier deze nacht niet binnen geraken!
Enkele dagen later stonden er twee vriendelijke werklui voor de deur. Ze kwamen voor mijn wijnkelder, zegden ze. Na één dag was het "Degré 12"-systeem geïnstalleerd, de deur van mijn wijnkelder geïsoleerd. Ik legde een thermometer in de meest noordelijke en meest zuidelijke wijnnis: de volgende ochtend duidden beide thermometers 12° aan. Dat is zo gebleven tot vandaag.
Nog één keer kwam de uitvinder van het systeem langs, zoals beloofd. Deze keer in een lichtgrijze Audi cabriolet. Hij controleerde alles, vroeg of ik tevreden was. Heel tevreden, zei ik, u hebt mijn wijnen gered. Dat is mijn job, zei hij.
Alvorens uit mijn wijnkelder te stappen, keek hij nog even in mijn wijnrekken. "Hmm, Haut-Brion 85", zei hij goedkeurend. Net die ene grote naam haalde hij er weer uit, waarvan ik slechts één fles had.