Moeder, waarom drinken wij?
Waarom drinken wij eigenlijk zo graag wijn? En waarom soms zo veel?
Ziehier een vraag die je je meestal maar stelt als de feiten gebeurd zijn: waarom
drinken wij? Je wist dat die ene fles er teveel aan zou zijn, en toch deed je ze open, en toch dronk je dat laatste glas leeg, met alle gevolgen vandien. "De wijn was te lekker", zeg je dan, tastend naar je hoofd. Maar het is een flauw excuus. Soms is een maaltijd ook "te lekker", daarom bezorg je jezelf nog geen indigestie. Nee, de ware reden waarom we soms teveel wijn drinken, is omdat wijn een eigenschap bezit waarover zelden wordt geschreven, maar die ontegensprekelijk de verleidelijkheid van wijn verhoogt: het vermogen tot bedwelming. Die zorgt ervoor dat we geleidelijk aan in de euforie van
de roes geraken, en geen maat meer kennen. Dat kan natuurlijk ook met andere alcoholische dranken gebeuren, maar wijn zorgt bovendien voor die ongeëvenaard heerlijke smaaksensaties, en dat leidt tot een fatale combinatie die onweerstaanbaar is.
Wijnliefhebbers geven dat verlangen naar bedwelming niet graag toe. Het doet denken aan dronkenschap en verslaving, en daar willen zij niet mee geassocieerd worden. Staat wijn niet hoger op de waardenladder dan pils of sterke drank? Van wijn moet je iets "kennen", en je geniet er dus van op beredeneerde wijze. Maar zou wijn dezelfde aantrekkingskracht hebben zonder zijn bedwelmende werking?
Al sinds zijn ontstaan heeft de mens de behoefte gevoeld om af en toe te ontsnappen aan de aardse realiteit, en aan de beperkingen en remmingen die deze met zich meebrengt. Vandaag zien we het nog altijd, ook in de meest primitieve gemeenschappen. Is er geen alcohol voorhanden, dan neemt men zijn toevlucht tot een plant of boomblad.
Kunstenaars hebben de effecten van bedwelming al uitvoerig geprezen: het zou onder meer de creativiteit bevorderen. Het stelt ons in staat de ratio even los te laten, en daardoor nieuwe ideeën te vinden. Hoeveel poëzie is niet ontstaan onder invloed van wijn? Misschien is hij daardoor zo'n geliefde drank van dichters geworden. Er zijn trouwens verrassend veel gedichten over wijn geschreven. Het boek "Met jou open ik oude nachten" ("De mooiste wijngedichten uit de wijnliteratuur") biedt daarvan een mooie selectie.
Maar er is nog een diepere reden waarom mensen naar de zachte, fluwelen bedwelming van wijn verlangen: het is een vorm van troost, zoals muziek. Een balsem voor het harde besef dat het leven weinig meer is dan een korte periode tussen geboorte en dood. "Geef mij nog wat wijn, want het leven is niets", luidt een zin uit bovenvermeld boek.
Geen wonder dat wijn en religie altijd nauw verbonden zijn geweest met elkaar. Filosofen en psychologen hebben al gewezen op de troostende functie van religie, in zekere zin ook een vorm van bedwelming, zij het een geestelijke.
Tegelijk heeft precies de religie vaak gewaarschuwd voor de gevaren ervan, al ging het dan vooral om de bedwelming door materiële genietingen (die wellicht ervaren werd als een concurrent voor de religieuze variant). In landen zonder scheiding tussen kerk en staat is alcohol daarom verboden. Maar ook de Verenigde Staten, "land of freedom", heeft een periode van complete drooglegging gekend. Die invloed is er nog altijd: in Amerika moet op wijnflessen de expliciete vermelding staan dat het drinken van wijn problemen kan veroorzaken bij het autorijden, het bedienen van machines en tijdens zwangerschap, en dat er in het algemeen gezondheidsrisico's aan verbonden zijn. Zelfs in Frankrijk, wijnland bij uitstek, werden anti-alcoholcampagnes gevoerd waarbij het drinken van wijn als een gevaar werd voorgesteld. In een tv-spot werden handen getoond die ziekenhuisapparatuur bedienen, gevolgd door het beeld van een hand dat een glas weigert: "Un petit geste peut vous en épargner beaucoup d'autres", was de boodschap. Een advertentie, met het beeld van een gevuld wijnglas, waarschuwde voor het feit dat het menselijk lichaam "dag na dag" de gevolgen van het drinken van alcohol opstapelt.
Niemand kan ontkennen dat er wel degelijk gevaren zijn. Maar de meeste hebben te maken met alcohol in het algemeen, niet met wijn in het bijzonder. Helaas is wijn een absoluut verrukkelijke drank, en dus kan je er moeilijker aan weerstaan. Is het risico op verslaving dan groter? Ik stel mij zelf wel eens die vraag: elke avond heb ik een onweerstaanbaar verlangen naar wijn, ben ik dan verslaafd? Nu is het zo dat je vaak wijn moet drinken om er echt iets van te kennen, maar ik moet toegeven dat het verlangen niet louter professioneel is. Mocht mijn dokter mij morgen vertellen dat ik nooit meer wijn mag drinken, dan zou ik diep ongelukkig zijn. Wijst dat niet op afhankelijkheid? Ach, het heeft niets te maken met alcohol, troost ik mij dan, want nooit - maar dan ook nooit - voel ik hetzelfde verlangen naar een andere drank dan wijn.