Als de wijn niet goed is
Iemand laat je trots een wijn proeven, maar hij bevalt je niet. Hoe moet je reageren? Een kleine handleiding.
Mijn vriend zou die avond "een heel speciale fles" ontkurken. Terwijl zijn vrouw het hoofdgerecht opdiende, keek hij liefdevol naar het etiket en zei: "Toevallig ontdekt tijdens onze huwelijksreis, bij een klein wijnboertje in de Languedoc."
Nu is de Languedoc een streek waar steeds betere wijnen worden gemaakt, maar déze wijnboer kende er werkelijk niets van. Mijn vriend en zijn echtgenote hadden daar een andere mening over: zij waren in gedachten bij hun ongetwijfeld romantische wittebroodsweken en genoten zichtbaar van de wijn.
Ach, wie zou ik zijn om dit huwelijksgeluk te verbreken met een vernietigende kritiek op dit onedele vocht? Ik bereidde mij dus in stilte voor op een avond van moeizaam doorslikken. Maar toen kwam de vraag die mijn nobele plan doorkruiste: "En? Wat vind je ervan?"
Ik poogde nog tijd te winnen door te doen alsof ik een tweede maal intens proefde. Intussen draaiden mijn hersens op volle toeren om een diplomatieke zin te formuleren. Even overwoog ik met stalen gezicht te liegen. Maar ik vreesde daar niet in te slagen na een slok van dit zure sap.
"Ik ben ervan overtuigd dat zo'n wijntje heerlijk smaakt tijdens een prachtige zomervakantie", bracht ik er ten slotte uit.
Hun bedrukte gezichten maakten mij duidelijk dat ik het niet gered had.
Tja, het is een delicate kwestie. Wie wijn op tafel zet, verwacht hiervoor geprezen te worden. Kritiek op de wijn is zoveel als zeggen: je ontvangt je gasten slecht.
Jarenlange ervaring met dergelijke situaties heeft mij geleerd dat je maar best je persoonlijke smaak verantwoordelijk stelt. "De wijn is heel goed, maar zelf ben ik niet zo'n fan van dat type wijnen", of iets van die strekking. Zeer effectief is ook jezelf als verantwoordelijk chauffeur uitroepen: dank u, geen tweede glas meer, ik moet nog rijden. Al zit je echtgenote dan met het probleem opgezadeld.
In een restaurant is de situatie anders. Hier betaal je voor de wijn. De ober of de sommelier is geen vriend of familielid. Het is dus een stuk makkelijker je kritisch op te stellen. Sommigen maken daar gebruik van om hun imago van onverbiddelijke kenner kracht bij te zetten. Ze storten zich in een nodeloos lang proefritueel en hebben altijd minstens één bemerking. Ze sturen een wijn terug die perfect in orde is, overtuigd dat ze hiermee diepe indruk maken op hun gezelschap.
Het lijkt alsof ze denken dat het voorproeven van de wijn bedoeld is om uit te maken of ze de wijn wel lusten. Dat is natuurlijk niet zo. In een restaurant dient het voorproeven om na te gaan of de wijn geen objectieve fouten vertoont, zoals oxydatie of kurksmaak.
Meestal is proeven zelfs overbodig, omdat je zulke fouten reeds ruikt. Al kunnen ze soms in heel lichte mate aanwezig zijn, en dan helpt proeven wel om helemaal zeker te zijn.
Een raad: betrek er de sommelier bij, discreet, zonder veel misbaar. Vraag hem of haar om zelf te proeven. Vlaanderen heeft gelukkig vele goede sommeliers, en als de kritiek terecht is, wordt de wijn probleemloos vervangen.
Moet je een wijn terugsturen omdat er een stukje kurk in drijft? Neen. Als de rest van de wijn zuiver is, hoeft zo'n ongelukje de hele wijn nog niet te schaden. Je vist er gewoon het stukje kurk uit (of je laat het doen), en je merkt er verder niets meer van.
Wel heb ik ooit een wijn teruggestuurd die geen fouten vertoonde, maar waarvan de tannine zo hevig doorsmaakte dat mijn mond bij elke slok onaangenaam droog werd. De sommelier zei dat dit "normaal" was bij "die wijn van dat jaartal ". Maar ik vond dat hij zo'n wijn dan nog niet op zijn kaart kon zetten, of dat hij er vooraf voor moest waarschuwen. Hij gaf mij gelijk. Met wat rustig en redelijk overleg kom je altijd wel tot een oplossing.
Het allermoeilijkste is echter wannneer je oog in oog staat met de wijnbouwer zelf. Die is meestal nog trotser dan iemand die je uitnodigt, of een sommelier. Hier mag je zeker nooit openlijk je afkeuring laten blijken. Vermijdingsgedrag is aangewezen. Zeg dus iets vaag positiefs over de kleur ("jolie robe") om het onderwerp geur en smaak te ontvluchten. Of hou het bij: "Un vin qui doit encore s'ouvrir".
Ooit (echt gebeurd) nam ik mijn schoonzus mee naar een wijnbouwer, zonder haar vooraf in te wijden in verbloemende terminologie. Bij het eerste proefglas liep het al fout. Ik rook eraan en wist meteen dat het niets zou worden. Maar, zoals het hoort, vertrok ik geen spier, en tijdens het proeven formuleerde ik in gedachten al een mooi eufemisme.Helaas: net toen ik "un goût auquel on doit s'habituer" wilde zeggen, zag ik mijn schoonzus een gezicht trekken alsof ze in een zure appel beet. Ze schudde haar hoofd, keek met afgrijzen in het glas, en zei op krachtige wijze: "Bah!"
Mijn hoofd kreeg de kleur van de wijn, ik murmelde iets over "débutante", en eigenlijk wilde ik maar één ding: zo snel mogelijk naar buiten, en nooit meer terugkomen.
"Heb ik iets fout gedaan?" vroeg ze nadien verbaasd.
"Nee, je had gelijk", zei ik.