Herinnering aan een wijnverhuis (en aan Louis en Freddy)
Ik had een nauwgezette procedure op punt gesteld om mijn wijnen veilig te verhuizen, maar toen ik het koppel kolossen van de verhuisfirma zag, begon ik te twijfelen aan de hele operatie.
"U ... u weet dat het voor de wijn is?" vroeg ik.
"Da's zeker!" blafte de dikste van de twee, "Eerst de vino, dan de meubels!"
Een koude rilling liep over mijn rug.
"Er is geen vino bij", zei ik, de tanden op elkaar, "Het zijn stuk voor stuk heel waardevolle flessen die heel voorzichtig moeten worden verhuisd. En we doen vandaag alleen de wijn. Géén meubels, alléén de wijn."
"Hoeveel flessen zijn het?" vroeg de kolos.
"Ongeveer drieduizend", zei ik.
"Ho, maar dat doen we op een voormiddag!", riep hij.
"Nee", zei ik, terwijl ik hem strak aankeek, "We doen daar een hele dag over."
We daalden af in mijn wijnkelder. Eén van de verhuizers stootte zijn hoofd tegen het lage plafond, en vloekte de hele buurt bijeen. Dat begon goed.
Zijn maat wou al meteen de eerste kist wijn optillen.
"Nee!" gilde ik.
Beiden bleven roerloos staan.
"Eerst en vooral", zei ik rustig, "Hoe heten jullie? Dat maakt het geven van opdrachten alvast gemakkelijker."
"Louis", zei de dikste.
"Freddy", zei de andere.
"Oké, luister goed, Louis en Freddy", zei ik traag, terwijl ik ieder woord benadrukte, "In al deze kisten liggen wijnen die hier in deze kelder al jààààren aan het rijpen zijn. Ze hebben veel geld gekost, en zijn nu nòg meer geld waard. Eén verhuis kan deze wijnen voorgoed beschadigen."
Ik wachtte even om de ernst van de boodschap diep te laten doordringen.
"Op alle kisten heb ik een kruis getekend. Dat kruis duidt aan welke de bovenkant is. Als jullie een kist dragen, moet dat kruis altijd bovenaan te zien zijn. De kisten moeten volledig horizontaal gedragen worden, dus niet schuin. Het is de bedoeling dat de wijnflessen zo weinig mogelijk bewegen. Jullie mogen daarom slechts één kist per keer naar boven dragen. Is dat duidelijk?"
Louis en Freddy knikten, en gingen aan de slag. Louis nam een kist Château Haut-Bailly 1985. Freddy ging de smalle keldertrap op met een Château Angèlus 1990. Ik hield mijn hart vast.
Alle flessen geraakten heelhuids in de verhuiswagen.
"Mag ik starten?" vroeg Louis, wijzend op de contactsleutel.
"Of gaan we duwen om de wijn minder te doen bewegen?" grapte Freddy, met een vette knipoog naar zijn maat.
"We gaan hem niet duwen", zei ik afgemeten, "Maar ik rijd wel mee. En we gaan traag, héél traag rijden."
"Zo kan de wijn nog wat rijpen!", lachte Freddy.
Mijn vernietigende blik legde hem het zwijgen op.
"Zet 'm maar in gang, Louis."
We reden heel voorzichtig naar mijn nieuwe woning. Daar begon de omgekeerde operatie: alle kisten moesten nu van boven naar beneden gedragen worden, mijn nieuwe wijnkelder in. Ook dat gebeurde volgens de instructies van mijn rampenplan.
Daarna nam ik afscheid van Louis en Freddy. Er was geen sprake van dat zij mij zouden helpen om mijn wijnen te rangschikken in mijn nieuwe kelder: dit was een te intiem gebeuren.
Ik haalde persoonlijk alle flessen opnieuw uit de kisten om ze in de gemetselde nissen te leggen. Voor die nissen had ik nauwkeurige opmetingen verricht, zodat er per nis twaalf flessen mooi en veilig konden gestapeld worden: een onderste laag van vijf, een middelste van vier, en een bovenste laag van drie flessen. Vermits de meest courante wijnflessen in twee verschillende maten bestaan, had ik twee soorten nissen gevraagd. Even had ik overwogen de exacte maten per aangetekende brief naar de aannemer op te sturen, kwestie van hieromtrent heel zeker en formeel te zijn. Uit vrees om voor een neuroot door te gaan, stapte ik echter van dit plan af, en vroeg ik de man gewoon heel uitdrukkelijk om de opgegeven maten tot op de millimeter te respecteren. Tot mijn grote vreugde bleken alle flessen in elke nis precies te passen.
Naast de nissen bevestigde ik met extra-lange krammen enkele wijnrekken tegen een muur. Daarin legde ik de wijnen waarvan ik slechts één of enkele flessen had.
Vervolgens hing ik met behulp van een elastiekje kaartjes aan de hals van de flessen, zodat ik elke fles zou kunnen herkennen zonder ze te bewegen. (Vrienden van mij beweren dat ik maniakaal ben, maar zij dwalen.)
Om acht uur 's avonds haalde ik opgelucht adem: de hele verhuis was achter de rug. De flessen hadden het overleefd, ik hoopte nu maar dat de inhoud niet te zeer geleden had. Die nacht droomde ik van instortende wijnkastelen, maar de toekomst zou uitwijzen dat geen enkele wijn door de verhuis werd aangetast.
Ik ben Louis en Freddy nog altijd dankbaar.