Machine
In Bordeaux is een revolutionaire uitvinding in gebruik genomen: een optische trieermachine voor de druiven. Een camera detecteert de onrijpe, rotte, beschimmelde en beschadigde druiven die op de transportband passeren, op weg naar de gistkuip. Onmiddellijk worden ze door middel van geperste lucht van de transportband verwijderd. Niet minder dan 25 grote wijnkastelen zouden er de oogst van 2009
reeds mee getrieerd hebben, waaronder grote namen als Prieuré-Lichine, Léoville las Cases en Pavie.
De machine werkt preciezer en sneller dan de mens, ze raakt niet vermoeid en ondanks de aankoopprijs (tussen 100.000 en 150.000 euro) zal ze uiteindelijk minder kosten dan de tien tot vijftien medewerkers die elk jaar verscheidene dagen na elkaar van 's morgens tot 's avonds aan de transportband moeten staan om met het blote oog de ongeschikte druiven te ontdekken en ze vervolgens manueel te verwijderen. Na zo'n dag klagen de meesten trouwens over hoofdpijn en gezichtsstoornissen, klachten die een machine doorgaans niet heeft. Bovendien trieert de machine 's morgens even nauwkeurig als 's avonds, dat is met mensen meestal anders. "Acht ton druiven per uur!" roepen de eigenaars van de wijndomeinen triomfantelijk. En ondanks het feit dat ze maar enkele weken per jaar nodig is, hebben mensen met verstand van cijfers berekend dat ze op de lange termijn winst oplevert. Ook wat de kwaliteit van de wijn betreft, trouwens. Elke wijnliefhebber weet hoe belangijk het is om alleen rijpe en gezonde druiven in de gistkuip te krijgen. Elke druif met een defect, hoe minimaal ook, neemt een stukje zuiverheid van de wijn weg. Als deze machine erin slaagt om méér ongeschikte druiven te verwijderen dan de mens, dan moet dat normaal een zuiverder wijn opleveren.
Aanvankelijk was er wat tegenstand bij een aantal kastelen, die bleven zweren bij de manuele selectie van druiven. U kent dat wel, die irrationele vrees voor machines en technologie. Toen de eerste stoomtreinen door Europa reden, dacht men dat de koeien geen melk meer zouden geven. Machines en technologie zijn echter niet noodzakelijk slecht, het hangt er maar van af hoe de mens ze gebruikt.
In de twintigste eeuw heeft de wijnsector wel meer revolutionaire uitvindingen gekend, die de kwaliteit van de wijn niet geschaad hebben, integendeel. Zo heeft de ontsteelmachine geleid tot wijnen zonder de agressieve tannines die zich in de steeltjes bevinden. Dat leverde wijnen op die van bij de aanvang soepeler waren, en sommigen vreesden daarom voor hun bewaarpotentieel. Maar de schillen en pitten van druiven blijken voldoende tannines te bevatten, bovendien van een nobeler allooi, zodat de wijn ook na rijping harmonieuzer wordt. Alleen in zeer warme streken, zoals Châteauneuf-du-Pape, kunnen steeltjes (als ze rijp zijn) enig voordeel opleveren door het bedwingen van al te onstuimige alcohol. Ook de technologie van de temperatuurbeheersing tijdens de gisting heeft - zeker in deze warme streken - onmiskenbaar geleid tot betere wijnen.
Het verleden roept echter nostalgie op, en zeker in de wijnsector dromen we graag van oude kelders, spinrag en een wereldvreemd wijnboertje. Maar ik drink toch liever geen wijn van wijnmakers die halfnaakt in hun gistkuip zijn gekropen om er de druiven met hun voeten te kneuzen.
Natuurlijk hebben machines en technologie ook tot industriële wijn geleid, en veel genot beleef je daar als liefhebber niet aan. Maar tegelijk kan je geen democratisering van de markt creëren zonder grootschalige productie. Zij die de industralisering bekritiseren, zouden wellicht de eersten zijn om het elitaire karakter van wijn aan te klagen indien er minder wijn zou zijn. Zo was het in die goede oude tijd: alleen de adel en de geestelijkheid konden zich wijn permitteren.
Intussen heeft de nieuwe trieermachine in Bordeaux sommigen al aan het dromen gezet. Waarom ze niet combineren met een verbeterde oogstmachine? Vandaag kan geen enkele oogstmachine de zachte pluk door mensenhanden evenaren. Maar voor hoelang nog?