Kurkentrekker
Het begon met een metalen spiraal die je in de kurk van de wijnfles draait, zodat je de kurk in één ruk uit de hals van de fles kan trekken. Maar oude kurken zijn niet altijd bestand tegen zoveel fysiek geweld. Vandaar dat men op zoek ging naar zachtere methoden, zoals een spiraal met een hefboompje dat je op de rand van de flessenhals plaatst. Op die manier kan je de kurk geleidelijker en voorzichtiger uit de flessenhals halen. Een verdere verbetering was een kleine hefboom in twee trappen, waardoor je de kurk eerst gedeeltelijk uit de smalle flesopening kan halen, en nadien – door het tweede trapje van de hefboom te gebruiken – helemaal. Er bestaat ook een spiraal met twee hefboompjes aan beide zijden. Als je de spiraal in de kurk draait, gaan de hefboompjes naar boven. Duw je die terug naar beneden, wordt de spiraal mèt de kurk weer uit de flessenhals gedreven.
Er werd ook een model ontwikkeld waarbij je niet langer een in- en uitgaande beweging nodig hebt: met een schroefje draai je de spiraal gewoon in de kurk, en als je dòòrdraait, komt hij er in dezelfde beweging ook weer uit. Er bestaat ook een kurkentrekker met een hendeltje waarmee je de spiraal met één wijsvinger zowel in als uit de hals kan draaien, zonder noemenswaardige kracht uit te oefenen. Er zijn zelfs kurkentrekkers die eruit zien als een klein ruimteschip, te bevestigen aan de rand van de tafel of aan de muur, en waarmee je alle kurken moeiteloos uit elke fles haalt. Maar geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt om mijn wijnflessen met een dergelijke machine te lijf te gaan: het lijkt op schieten met een kanon om een mug te doden.
Ik ben – ik zal het maar bekennen – een romantisch voorstander van de eenvoudige spiraal met ééntrapshefboom, ook wel "sommelier" genoemd.
Jawel, dat vraagt wat kunde en inspanning, maar moet er niet eerst wat weerstand zijn alvorens het genot ons kan overweldigen?
Hoe fragieler de kurk, hoe spannender eigenlijk. Wat is er nu aan zo'n kurk die zich meteen gewonnen geeft? Er rest u dan alleen nog de wijn te schenken. Nee, dan liever wat gesukkel en gevecht met een weerbarstig exemplaar, vastgeklikt in de flessenhals door een jarenlang verblijf in een koele en vochtige kelder. Telkens als je de spiraal verder draait, maakt hij je duidelijk dat hij niet van plan is gewillig mee te komen. Meer nog: als je niet oplet, dreigt hij af te brokkelen, waardoor hij misschien wel in die zorgvuldig gerijpte wijn terechtkomt. Heerlijk. Dan pas kan de echte wijnkenner in ons naar boven komen, als we erin slagen om – ondanks alle tegenkanting en gevaar – de kurk toch veilig en ongeschonden naar boven te brengen. Bewonderende blikken van onze tafelgenoten vallen ons te beurt. Wat een genot om dan het bovenste gedeelte van de flessenhals even schoon te vegen, en de wijn triomfantelijk in de glazen te schenken.
U voelt mij al komen: ik heb het niet zo begrepen op die nieuwe trend om wijnen met een metalen schroefdop af te sluiten. Ik weet het: technisch schijnt dat allemaal in orde te zijn, de wijnen rijpen even goed, en je hebt zelfs geen enkel risico meer op de gevreesde kurksmaak die uw zorgvuldig gerijpte wijn totaal kan ruïneren. Maar emotioneel ben ik er niet tegen bestand. Hoe kan ik nu genieten van die wijn die ik moet openen zoals een fles van de door mij verafschuwde zwarte drank genaamd Coca-Cola? Wijnkenners – en zij die daarvoor doorgaan – zullen mij ongetwijfeld terecht wijzen. Blind geproefd zou ik het verschil niet eens merken tussen een wijn mèt kurk en dezelfde wijn met schroefdop! Maar ik proef niet blind. Ik neem een fles, kijk naar het etiket, droom van de historische jaargang, zie in gedachten het wijndomein in de heuvels, en hoop dat de kurk mij niet te makkelijk toegang verschaft tot het genot van de inhoud. Dat is volstrekt irrationeel. Maar neem de emotie weg uit de wijn, en wat blijft er over? Technisch geproef!
De kurkindustrie voelt de bui echter hangen. Er is immers niet alleen de schroefdop, ook de synthetische kurk maakt opgang. Zo is er geen gevaar voor kurksmaak meer, zegt men. Kurk moet zich dus verdedigen. Onder meer met het invoeren van kwaliteitslabels waaraan je kurk van onberispelijke kwaliteit kan herkennen. Er wordt zelfs samengewerkt met het Wereldnatuurfonds om mensen aan te zetten te kiezen voor kurk. De kurkbossen in Spanje en Portugal zijn immers de natuurlijke habitat van een bedreigde diersoort, de lynx. En als de vraag naar kurk zou dalen, zouden de kurkbossen gekapt worden. Nu ontdoen kurksnijders de bomen zorgvuldig van hun kurklaag, waarna ze negen jaar lang met rust worden gelaten zodat de schors terug kan aangroeien. Vandaar dat kurkbossen heel oud zijn, met bomen die tot vierhonderd jaar leven.
Afijn, ik heb dergelijke goede doelen niet nodig om kurk te blijven eisen in mijn wijnflessen. Puur uit emotie, jawel. Spreekt men niet van passie voor wijn? Welnu, als de emotie verdwijnt, is de passie ook weg.