Duur
Een vriend van mij - foodie en wijnliefhebber zoals ik - liet zich ontvallen dat "de wijnkaarten in Vlaanderen bij de duurste ter wereld horen".
Dat vond ik een boude bewering. Aanvankelijk dacht ik dat het om een emotionele oprisping ging. We hadden immers net de wijnkaart van een restaurant geraadpleegd, en weer eens tot onze ergernis moeten vaststellen dat we geen enkele goede wijn tegen een redelijke prijs konden vinden.
Maar als ik erover nadacht, moest ik toegeven dat ik niet meteen een plek in de wereld kon noemen waar de wijnkaarten dan wel duurder zijn.
Elk land heeft natuurlijk haar toprestaurants waar de prijzen van de wijn (en niet alleen van de wijn) de pan uitrijzen. Maar hebt u al eens de prijzen van de wijn bij ònze toppers bekeken?
Als ervaringsdeskundigen gingen we alle landen en steden af waar we al eens getafeld hebben. Telkens kwamen we tot de conclusie dat de wijnkaarten er - in vergelijkbare restaurants - niet duurder waren dan in Vlaanderen.
We boomden door over deze kwestie en stuitten op nog een ander fenomeen: zelfs als we veel betaalden voor een wijn, was hij meestal zijn prijs niet waard. Omdat zelfs de topwijnen in restaurants meestal te jong zijn, en dus nog niet klaar om te drinken.
Mocht een restaurant nu nog de moeite doen om wijnen een tijdje te bewaren en pas aan te bieden als ze mooi op dronk zijn, dan zou je de hoge prijzen nog enigszins kunnen verantwoorden. Immobilisering van kapitaal, weet u wel.
Maar de meeste doen dat niet: ze kopen wijnen aan en zetten ze meteen op de kaart, met een vermenigvuldigingsfactor drie, vier, vijf ... al naargelang van de reputatie van de kok. Ook dat laatste is merkwaardig: hoe beter de kok, hoe duurder de wijnen. Terwijl de kok bij mijn weten het eten maakt, en niet de wijn.
Maar precies dat wijst al op een verklaring voor de prijzen van wijn in restaurants: de wijn subsidieert het eten. (Een andere mogelijke verklaring: je verdient er makkelijker geld mee dan met eten maken.)
Als iemand mij vraagt hoeveel een bepaald restaurant hem of haar zal kosten, dan is mijn standaardantwoord: "Dat hangt ervan af welke wijn je drinkt." Zo is dat. Voor het overgrote deel wordt de rekening in een restaurant bepaald door de kostprijs van de wijn. In de meeste restaurants vind je een drie-of viergangenmenu tussen pakweg 30 en 70 euro. Welnu, een wijn die even goed is als het eten, kost makkelijk méér dan het hele menu. Is de verhouding niet een beetje zoek?
Op vele plaatsen in Vlaanderen kan je zeer goed èn betaalbaar eten. Maar het
aantal keren dat ik er zeer goede èn betaalbare wijn heb gedronken, kan ik op de vingers van één hand tellen. Dat is jammer, ook voor de kok, want het doet zijn keuken geen eer aan.
Ik moet tot een trieste vaststelling komen: als wijnliefhebber geniet je maar zelden echt van wijn in een restaurant. Want ofwel word je gepluimd, ofwel moet je je tevreden stellen met een ondermaatse wijn. Nee, het is nog erger: vaak word je gepluimd èn krijg je een ondermaatse wijn!
Wat moet je als wijnliefhebber dan doen als je uit eten gaat? Je eigen fles meebrengen en kurkrecht betalen wordt niet overal aanvaard. Herwig Van Hove suggereerde eens dat je eerst de goedkoopste fles van de wijnkaart moet bestellen om vervolgens je eigen fles tevoorschijn te halen. Geen slecht idee, maar het ontlokte niet bepaald een massale respons bij de netjes opgevoede Vlaming.
Typisch Vlaams blijkt het probleem van wijnprijzen in restaurants alvast niet te zijn. Het toonaangevende wijnmagazine La Revue du Vin de France wijdde een artikel aan restaurants in Frankrijk waar je goede gerijpte wijnen kan drinken tegen redelijke prijzen. Ze kwamen welgeteld aan tien adressen.
Ik heb ze alletien netjes genoteerd, voor de volgende keer dat ik in Frankrijk uit eten ga. Niet één restaurant ervan ken ik, en ik weet dus niet of ik er goed zal eten. Maar ik kijk ernaar uit om bij een ondermaats gerecht eens een schitterende wijn te krijgen, in plaats van omgekeerd.