Dinosaurus
Geen enkel land heeft wijn zo professioneel en industrieel benaderd als Australië.De Australiërs maakten komaf met de sfeer van magische châteaux en mysterieuze terroirs. Ze bouwden hypermoderne wijnfabrieken, gebruikten alle technieken van branding en marketing, en fuseerden wijnbedrijven tot beursgenoteerde holdings.
Dat zit een beetje in de cultuur van de Aussies: no worries en no limits. Ter plaatse zag ik in hun roestvrijstalen wijnfabrieken reusachtige vinimatics, gelijkend op gigantische wasmachines waarin duizenden kilo's druiven rondtollen tijdens de gisting. Die kunnen van overal komen. Want over "terroir" maakt men zich hier weinig worries. De druivensoorten worden op het etiket vermeld, is dat niet voldoende? Intussen werden duizenden liters wijn doorheen luidruchtige filter- en andere machines gejaagd. Ik vroeg me meermaals af of je met dergelijke technieken wel fijne en genuanceerde wijn kan maken.
Maar dan ineens, tussen al dat industriële geweld, kwam ik terecht in een klein familiaal wijnbedrijfje, genaamd Greenock Creek. Daar werd wijn op een heel andere manier gemaakt: kleinschalig, zorgzaam, ambachtelijk. Door een sympathiek echtpaar, Annabelle en Michael Waugh, vandaag 63 en 68 jaar jong.
Op die leeftijd heb je de deugd van de traagheid ontdekt. En op dat ritme gaan Annabelle en Michael met hun druiven en wijnen om. "Terroir" is hier geen loos begrip. Greenock Creek is gelegen in de Barossa Valley, wereldberoemd geworden als het uitgelezen terroir voor shiraz, zoals de syrahdruif in Australië wordt genoemd. De zomers zijn hier heel droog, zodat vele wijngaarden geïrrigeerd worden. Maar Annabelle en Michael Waugh zweren bij "dry farming", zodat de wijnstokken diep in de grond op zoek moeten naar water. Daar moeten wel terroirwijnen uit voortkomen. Ze maken bovendien alleen "single vineyard"-wijnen, van druiven uit één welbepaald perceel, zodat de specificiteit van dat perceel (met zijn eigen microklimaat en ondergrond) in de wijn terug te vinden is. Zeven verschillende wijnen komen op die manier uit een wijngaard van 25 hectare. In Australië liggen wijngaarden van 1.000 hectare waarvan maar één wijn wordt gemaakt.
Aandacht voor het "terroir" betekent natuurlijk dat Annabelle en Michael echte Barossa-wijnen maken. En deze vallei staat nu eenmaal bekend om haar
geconcentreerde, breedgeschouderde, kruidige, chocoladeachtige wijnen.
De zon schijnt hier zo krachtig dat de druiven zeer snel suikers opbouwen terwijl de zuurtegraad naar beneden gaat. Vandaar dat je overrijpe, haast kleverige wijnen aantreft, veelal van de grote wijngroepen die eveneens aanwezig wilden zijn in deze beroemde streek. Maar de wijnen van Greenock Creek vallen op door hun mooi gedoseerde aciditeit, een hart van fraîcheur temidden van het volrijpe Barossa-fruit. Nee, niet die stalige zuurheid die op kunstmatige aanzuring wijst - een praktijk die in dit warme wijnland met overrijp fruit vaak voorkomt. Hier proef je een natuurlijke, in de wijn versmolten aciditeit die bijgevolg al in de druiven aanwezig moet geweest zijn. (Al geeft Michael Waugh toe dat hij in bepaalde jaren wat zuur moet toevoegen: dit terroir produceert nu eenmaal zoet fruit.)
Nobele aciditeit toont zich ook in de veroudering. In hun jeugd zijn de wijnen van Greenock Creek krachtig en vlezig, vol ongetemd rijp fruit. Na jaren maakt dat plaats voor een fluwelige finesse, wat ik onlangs opnieuw ervaarde bij het proeven van enkele oudere jaargangen bij invoerder Ad Bibendum.
Ik was ooit in Greenock Creek tijdens de oogst, en de wijnen overweldigden mij zodanig dat ik haast niets van het eten proefde. "Probeer ze eens bij dinosaurus", zei Michael Waugh toen lachend.
Nu ik vele jaren later een lang bewaarde fles shiraz van hun perceel "Apricot Block" proef, is de wijn een en al fluwelige finesse geworden. Dinosaurus? Ik denk er niet aan. Een stukje vlees van een edel runderras smaakt er voortreffelijk bij.