Diefstal
Wapenstilstand is officieel de dag waarop de Eerste Wereldoorlog eindigde. Maar eigenlijk wordt op die dag door de meeste mensen de gruwel van beide wereldoorlogen herdacht. En nu vraagt u zich wellicht af: wat heeft dit met wijn te maken? Welnu, 11 november is ook voor de Fransen een officiële feestdag. En menig Franse wijnfamilie denkt dan ongetwijfeld terug aan een weinig bekende maar voor hen traumatiserende gebeurtenis tijdens de Tweede Wereldoorlog: de diefstal door de Duitsers van een van de meest waardevolle bezittingen van Frankrijk. Haar wijnen.
De maand waarin Frankrijk in 1939 de oorlog verklaarde aan het expansionistische Duitsland, was alvast voor de wijnbouw ongelukkig gekozen: september, de oogstmaand. U kan zich voorstellen dat alle hens aan dek werd geroepen. Zelfs de Franse politici en legerleiding wilden de oogst niet verloren zien gaan. Militairen werden ingezet om nog snel de druiven binnen te halen. Paarden werden pas gevorderd nadat ze hun labeur voor de oogst hadden verricht. Wijnbouwers werden pas later onder de wapens geroepen. Helaas leidden al die inspanningen niettemin tot een van de slechtste jaargangen van de eeuw. Dat kwam hoofdzakelijk door de slechte weersomstandigheden, maar sommigen zagen er een voorteken in dat de wijnbouw in Frankrijk zeer donkere jaren tegemoet ging.
Dat bleek al snel bewaarheid te worden. Nadat Frankrijk capituleerde, brak de periode van de Duitse bezetting aan. En het bleek al snel dat de Duitsers nog op iets anders uit waren dan politieke macht: Franse wijn. Ze bleken bovendien heel goed te weten waar de beste wijnen zich bevonden. Een aantal topmensen uit het Duitse leger en de politiek had voordien immers in de wijnhandel gezeten, of was privé-bezitter van grote wijncollecties. Er werd een korps van zogenaamde "Weinführers" in het leven geroepen. Zij dwongen Franse wijnbouwers hun wijnen tegen spotprijzen te verkopen, waarna die vanuit Duitsland met veel winst op de wereldmarkt werden doorverkocht. Met de opbrengst kon weer een deel van de oorlogsmachine betaald worden.
Maar de Franse wijnliefhebbers en wijnbouwers lieten zich niet zomaar bestelen. Zo is er het verhaal van André Terrail, de eigenaar van het beroemde Parijse restaurant La Tour d'Argent, die met zijn zoon de 20.000 beste en duurste wijnen uit zijn enorme restaurantcollectie haalde en ze op een geheime plaats inmetselde. Gelukkig maar, want de resterende 80.000 flessen werden allemaal door de Duitsers in beslag genomen.
Het moet gezegd: niet alle Duitsers gedroegen zich als ordinaire wijnrovers. Sommigen hadden reeds vòòr de oorlog handel gedreven met Franse wijnbouwers, waardoor er vriendschapsbanden waren ontstaan. Daardoor kon er zelfs tijdens de oorlog al eens iets onderling geregeld worden, zonder dat de hoogste Duitse kringen daar iets van vernamen. Dat neemt niet weg dat de Tweede Wereldoorlog door de Fransen herinnerd wordt als de grootste wijnroof in hun geschiedenis.
Ze hebben zich echter gewroken. Niet alleen werd 1945, het jaar van de bevrijding, een van de beste wijnjaargangen ooit. Toen Duitsland capituleerde, werden ook heel wat Franse wijnen uit Duitsland teruggehaald. En in dezelfde beweging werden dan ook maar de beste Duitse wijnen meegenomen.
Ik vraag me echter af of de Fransen hierbij dezelfde gretigheid aan de dag legden. Waren zij - de enigen ter wereld die goede wijn konden maken - wel zo tuk op Duitse wijn? Kon je van dit volk überhaupt verwachten dat het fijne wijn kon produceren?
Ik ben er niet zo zeker van dat er veel Duitse wijnen in Franse wijnkelders verdwenen. De Duitse wijnbouw stortte trouwens in, de export en de prijzen kelderden. Gaandeweg is dat veranderd, Duitse wijn is vandaag weer zeer gegeerd. Maar hoeveel Fransen zouden er in hun kelder hebben?
De Duitsers daarentegen zijn grote kopers van Franse wijnen gebleven, zelfs tegen de duurste prijzen. Ook de wijnoorlog hebben ze uiteindelijk verloren.