Geen sangria aan de costa
Waarom zou je aan de Spaanse costa's nog sangria drinken als er ter plaatse goede wijnen gemaakt worden?
Als wijnland doet Spanje het heel goed. De tijd van de muffe Rioja's is (bijna) voorbij, de modern gevinifieerde Spaanse wijnen profiteren volop van hun zonnige klimaat èn van het talent van een nieuwe generatie wijnmakers. En toch is dit nog niet doorgedrongen tot de vakantiegangers die massaal naar de Spaanse kusten trekken. Bier en sangria vloeien daar rijkelijker dan de nobele drank waar Spanje vandaag trots op kan zijn. Vele goede wijngaarden bevinden zich nochtans vlakbij diezelfde kustlijn waar de zonnekloppers hoofdpijn krijgen van de warmte en de slechte alcohol. Aan de Costa Brava, in de appellatie Emporda, liggen wijngaarden op vijf kilometer van de zee, sommige bevinden zich zelfs op het strand!
Uiteraard werd in dergelijke streken altijd veel toeristenwijn gemaakt, van inheemse druivensoorten als maccabeu, xarello en parellada. Maar zelfs hier gebeurde wat ook in de rest van Spanje gebeurde: jonge wijnmakers zagen het potentieel van het klimaat en de bodem van leisteen, gingen de druivenopbrengsten beperken, en investeerden in moderne wijntechnologie. Het resultaat kwam er in het midden van de jaren negentig: een grote sprong voorwaarts in kwaliteit. De voortrekker van deze evolutie is de oenoloog Jaume Serra. Hij geloofde in deze rotsachtige kuststreek tussen de Franse grens en Barcelona, waar vele wijngaarden op steile hellingen liggen. Hij heeft er dan ook een eigen domein, en werkt tevens voor andere domeinen (zoals Mas Estela).
Net boven Barcelona bevindt zich de appellatie Alella, ook de naam van een dorp. Dit is een mondaine plek geworden, waar rijke Barcelonezen hun villa met zicht op zee hebben. Van oorsprong stond deze streek bekend om zijn zoete witte wijn, die vaak als miswijn werd gebruikt en ook bij studenten geliefd was. Vandaag worden er pittige en kruidige droge witte wijnen gemaakt van xarello (hier pansa blanca, witbuik, genaamd). De druif wordt eveneens gebruikt in cava, de Spaanse versie van champagne. De officiële schuimwijn van Brugge 2002 was een authentieke cava van Alella.
Onder Barcelona, naar de Costa Daurada toe (waar Jambers zijn "Hete kussen van Salou" draaide!), strekt zich langs de kust het wijngebied van Penedès uit. Hier bevinden zich grote cava-producenten als Freixenet en Codornìu, en wijnmultinationals als Torres. Maar ook de eigenzinnige pionier van de biologische wijn in Spanje, Josep-Maria Albet i Noya, heeft hier zijn domein. De man heeft keihard gezwoegd om er te geraken. Pas zeventien jaar jong brak hij op zijn eentje met de traditie van zijn vader en van deze streek: het verkopen van druiven aan de grote wijnbedrijven. Hij wou zijn eigen wijn maken, volgens zijn eigen principes. Dat betekende onder meer: zo weinig mogelijk zwavel gebruiken. Omdat de wijn dan zo weinig mogelijk mag blootgesteld worden aan zuurstof, levert dat flink wat reductieve aroma's op. Niet iedereen houdt daarvan: men spreekt wel eens van de geuren van het "putteke". Maar Albet i Noya zette door, en exporteerde naar andere landen waar hij wel succes had. Vandaag staat hij in vele sterrenrestaurants op de wijnkaart, onder meer in België, waar invoerder Wim Vanleuven van bij het begin in hem geloofde. En via die omweg krijgt Albet i Noya nu ook in eigen land erkenning.
Dertig kilometer naar het binnenland toe, op slechts een halfuur rijden van de toeristenmassa in Cambrils en Salou, ligt het wijngebied Priorat, uitgeroepen tot "het beste terroir van de wereld". De streek gold lange tijd als een van de armste van Spanje. Van oude wijnstokken van grenache en carignan worden hier vandaag wijnen gemaakt die onmiskenbaar tot de wereldtop behoren.
Het meest zuidelijke wijngebied langs de kusten van Catalonië is Terra Alta, gelegen onder de Costa Daurada. Ook hier werden vroeger vooral druiven verkocht aan grote wijnbedrijven en coöperatieven. Tot er weer een koppig iemand opstond die zelf wijn wilde maken: deze keer was het een vrouw, Marie Carmen Ferrer, professor in de oenologie. Haar domein heet Bàrbara Forés, naar de naam van haar grootmoeder.
Verder naar het zuiden wordt het voor wijndruiven erg warm. Rond Valencia worden dan ook veel zoete wijnen en witte bulkwijn gemaakt. Ook hier één uitzondering: het domein Celler del Roure. Daar rukte eigenaar en oenoloog Pablo Calatayud alle bestaande wijnstokken uit en plantte hij overal nieuwe aan, om ze van bij het begin kwalitatief op te voeden. En ter hoogte van Almeria, waar geen appellaties meer bestaan, bevindt zich zelfs een wijndomein in de enige woestijn van Europa: Bodegas Agrosol. Een excentriek experiment van een Catalaan die fortuin maakte in de fruitbusiness.
Wie nu nog verder zuidwaarts trekt, merkt dat de zon steeds heviger schijnt en de wijnen steeds zoeter worden. Je begin zowaar naar een pintje bier te verlangen.