De nieuwe Zuid-Afrikanen
Een nieuwe generatie Zuid-Afrikaanse wijnmakers heeft nieuwe ideeën.
Als wijnmakers hun wijnen voorstellen tijdens een persconferentie, gebeurt het wel eens dat ze inhoudelijk iets interessants vertellen. Daarmee bedoel ik: iets dat afwijkt van het gebruikelijke getoeter over eeuwenoude tradities en opperste kwaliteit.
Dat overkwam mij toen ik de Zuid-Afrikaanse wijnmaker Eben Sadie ontmoette. Die reisde gedurende acht jaar de wereld rond en werkte "zowel in bedrijven die jaarlijks zes miljoen liter wijn maken als in bedrijven die maar zes vaten produceren". Hij kwam terecht in Duitsland, Frankrijk, Spanje, Oostenrijk, Oregon en Californië, om uiteindelijk naar zijn vaderland Zuid-Afrika terug te keren. Daar wordt hij nu gerekend tot de nieuwe garde wijnmakers die de Nieuwe Wereld een betere reputatie wil bezorgen.
Hij vestigde zich in Swartland, een nieuwe wijnregio voor Zuid-Afrika, waar vroeger maar één coöperatieve wijn maakte. Tegelijk brak hij resoluut met de gewoonte in de Nieuwe Wereld om wijnen van één enkele druivensoort te maken: hij koos alleen voor blends van complementaire druivensoorten. De reden daarvoor baseerde hij op een nuchtere analyse: "Overal in de wereld worden wijnen van verschillende druivensoorten gemaakt in een mediterraan, zuidelijk klimaat, terwijl de wijnen van één enkele druivensoort vooral voorkomen in een continentaal, meer noordelijk klimaat. Dat is al eeuwen zo, en dat heeft altijd de beste wijnen opgeleverd. Maar om de ene of andere mysterieuze reden is de Nieuwe Wereld van die stelregel afgeweken. De meeste landen genieten daar van een mediterraan klimaat, maar toch begon men er wijnen van één druivensoort te maken: van cabernet sauvignon, van merlot, van chardonnay enzovoort. Dat had in het begin succes, omdat het nieuw was en omdat de druivensoort sterk op de voorgrond werd geplaatst. Maar echt grote wijnen maak je daar niet mee. Het gevolg is dat de Nieuwe Wereld goed scoort in de lagere prijsklassen, maar niet gezien wordt als een leverancier van grote wijnen. Dat wil ik veranderen."
De voorbeelden die de stelling van Sabie ondersteunen zijn legio. Het noordelijk gelegen Bourgogne heeft zijn wereldfaam gevestigd met witte wijnen van chardonnay en rode wijnen van pinot noir. Ook de Loire en de Elzas zijn monocépage-streken, net zoals het noorden van Italië (de nebbiolo van Piëmonte), het noordelijke binnenland van Spanje (de tempranillo van Rioja) en Duitsland (met riesling). Zuidelijker, en meer naar de zee toe, verandert dat: de wijnen worden van meerdere druivensoorten gemaakt, met Bordeaux als bekendste voorbeeld, maar ook de Provence en Languedoc. De Côtes du Rhône is exemplarisch: in het noorden van deze streek houdt men het bij syrah voor de rode wijnen, maar in het zuiden wordt de syrah vermengd met onder meer grenache en mourvèdre. Dat komt omdat druiven in noordelijke streken veel langzamer en gelijkmatiger rijpen, waardoor de druif zelf complexiteit ontwikkelt. In zonniger klimaten rijpen de druiven sneller, waardoor ze monotoner zijn en er andere druiven met andere eigenschappen moeten toegevoegd worden om de gewenste complexiteit in de wijn te krijgen.
"Tegen die kennis en traditie van vele honderden jaren zijn wij in de Nieuwe Wereld ingegaan", zegt Eben Sadie, "Dat is onze grootste fout geweest."
Eben Sadie zette zijn visie meteen om in de praktijk. Hij plantte de druivensoorten aan die in het zuidelijke Rhônegebied de beste resultaten geven: syrah, grenache en mourvèdre. Twee rode wijnen zijn daar het resultaat van: Sequillo, een mengeling van de drie soorten, en Columella, een blend van syrah en mourvèdre.
Sequillo is een bijzonder elegante en fijne wijn, die je blind wellicht niet in de Nieuwe Wereld zou situeren. Columella is een krachtiger exemplaar, met flink wat meer body, maar ook meer complexiteit en structuur. Beide wijnen zijn afkomstig van kleine opbrengsten, wat je in het glas proeft. De druivenmaterie is van een dusdanige kwaliteit dat 16 tot 24 maanden vatrijping moeiteloos werd verteerd. Eden Sabie maakt ook een witte wijn van chenin blanc, viognier, chardonnay en grenache blanc, waarover hij eerlijk zei dat het hem nog niet gelukt was om in dit klimaat de alcohol in witte wijn onder controle te krijgen: "Maar ik werk eraan." Er zijn niet veel wijnmakers die zoiets durven zeggen.