De paradoxen van de Griekse wijn
Ontmoeting met de Griekse wijnjournalist Constantin Stergides
Eeuwenlang bleef Griekenland uit onze wijncultuur afwezig. Maar ineens waren de Griekse wijnen terug, en hoe. Het is maar één van de paradoxen uit dit boeiende wijnland.
Ik heb de Griekse wijn goed leren kennen door een tiendaagse intensieve rondreis doorheen de meeste wijnstreken. Het opende mijn ogen. Toen de Griekse wijnjournalist Constantin Stergides in Brussel was, wilde ik hem daarom graag ontmoeten. Ik was benieuwd naar wat een Griekse collega-wijnschrijver over de huidige staat van de Griekse wijn te vertellen had. Hij deed dat vanuit een verrassende invalshoek. "De Griekse wijnsector is er een van paradoxen", zei hij. En hij illustreerde dat aan de hand van enkele frappante voorbeelden.
DE PARADOX ANTIEK / HIP
De Griekse wijncultuur is tegelijk een van de oudste èn van de jongste die er bestaan. Het waren de Grieken die reeds eeuwen vòòr Christus de druiventeelt en wijnmakerij introduceerden in landen als Frankrijk en Italië. Je mag het dus gerust een bakermat van onze Europese wijncultuur noemen. Maar met de teloorgang van de antieke Griekse beschaving, verdween ook de bloeiende wijncultuur. Vele eeuwen lang hoorde je er niets meer van. Tot in 1985 een echte wijnrevolutie begon in Griekenland. Een nieuwe generatie jonge oenologen, opgeleid in Frankrijk, Italië en Duitsland, wilde Griekenland op de wereldwijnkaart zetten. Met succes. Een van de oudste wijnlanden werd plots ook het hipste.
DE PARADOX CULTUUR / BUSINESS
Wijn maakt voor de Grieken onverbrekelijk deel uit van hun historische cultuur. Maar tegelijk zijn de Grieken goede zakenlui, met een grote traditie in de rederij: altijd handig als je je wijnen wil uitvoeren naar overal ter wereld. Eigenlijk hadden ze de Amerikanen en West-Europeanen niet eens nodig om een bloeiende export uit te bouwen: er leven meer Grieken in het buitenland dan in Griekenland zelf. Via de wijn willen die een link behouden met hun vaderland. Tegelijk wekte dat de belangstelling van niet-Grieken. Met nog meer zakelijk succes tot gevolg.
DE PARADOX OUDE WERELD / NIEUWE WERELD
Na een eeuwenlange afwezigheid liet Griekenland pas in het midden van de jaren 1980 opnieuw van zich horen, net toen ook de landen van de Nieuwe Wereld opkwamen. Daardoor kreeg Griekenland een Nieuwe Wereld-imago, terwijl het geografisch tot de Oude Wereld (Europa) behoort. De stijl van de wijnen droeg daar toe bij: aanvankelijk – en voor een groot deel ook nu nog – leunde die aan bij de Nieuwe Wereld-stijl, met veel kracht, alcohol en houtinvloed. "De Griekse wijndrinker houdt daarvan", zegt Stergides, "Maar onze autochtone druivensoorten zijn eigenlijk meer geschikt om wijnen met finesse te maken."
DE PARADOX WARM / KOEL
Velen beschouwen Griekenland nog altijd als te warm om er fijne, elegante, nobele wijnen te maken. Ze vergeten dat het land omringd is door zee, wat voor afkoeling zorgt. Er zijn ook veel heuvels en bergen, zodat men wijngaarden hoger kan aanleggen, of op noordelijke hellingen. Bovendien bevatten de Griekse druivensoorten van nature veel zuren, zodat zelfs volrijpe druiven hun fraîcheur bewaren.
DE PARADOX AUTOCHTOON / INTERNATIONAAL
De unieke rijkdom van Griekenland zijn de vele autochtone druivensoorten, die alleen in Griekenland voorkomen. Maar er worden ook internationale druivensoorten als chardonnay en cabernet sauvignon geteeld. "Omdat de Griekse wijnbouwers de import van wijnen uit andere landen willen afblokken", verklaart Stergides, "Ze gaan ervan uit dat hun landgenoten geen buitenlandse chardonnay of cabernet sauvignon zullen drinken als er ook Griekse is."
Dat heeft er merkwaardig genoeg toe geleid dat de Grieken zelf het meest houden van die internationale soorten, terwijl vooral niet-Grieken de autochtone soorten verkiezen. De meest gecultiveerde soort in Griekenland is dan ook cabernet sauvignon, weliswaar op de voet gevolgd door roditis. Op de derde en vijfde plaats staan dan weer merlot en chardonnay, terwijl agiorgitiko op de vierde plaats komt.
En wat met retsina? Deze harswijn ontstond in het antieke Griekenland toen men een mengsel van pleister en hars gebruikte om de amforen van gebakken aarde luchtdicht af te sluiten. Dat gaf een harsaroma aan de wijn en leidde tot de traditie om hars toe te voegen tijdens de gisting. Retsina kreeg echter een slecht imago door de vele minderwaardige versies die de markt overspoelden. Toch wordt hij nog altijd in groten getale gekocht, terwijl er vandaag zoveel betere Griekse wijnen te vinden zijn. Een zoveelste paradox, deze keer van de kant van de consument.
Griekse druivenrassen
- De bekendste kwaliteitsdruif voor witte wijn is assyrtiko (vaak gemengd met athiri).
- Een andere interessante soort is moschofilero, die nooit een echte maaltijdwijn zal opleveren, maar bijzonder aangenaam is als aperitief en bij schaaldieren en lichte gerechten.
- Robola is de Griekse variant van de ribolla gialla uit het Italiaanse Friuli.
- Savatiano en roditis zijn de inheemse soorten die traditioneel gebruikt worden voor retsina, maar ambitieuze wijnmakers willen er betere wijn mee maken.
- Voor rode wijn is een van mijn favoriete druiven de agiorgitiko (ook saint-george genaamd). Vooral in een groot terroir als Nemea levert deze nobele soort prachtige resultaten.
- De xinomavro staat bekend voor haar complexe bewaarwijnen, ze wordt wel eens vergeleken met de Italiaanse nebbiolo. Een bijzondere druif, met aroma's van onder meer zwarte olijf, braambes en drop.
- Er zijn nog vele andere soorten: 151 in totaal, waarvan 112 autochtone die alleen in Griekenland voorkomen. Dat is het unieke aan dit wijnland: telkens weer vind je smaken en aroma's die je nog nooit in wijn bent tegengekomen.