Oude versus Nieuwe Wereld: een oude discussie?
Vroeger had je fans van de Nieuwe Wereld en verdedigers van het Oude Europa. Vandaag is het genuanceerder.
Ik onderneem geregeld een hoogst interessant experiment: ik plaats onaangekondigd een wijn van de Nieuwe Wereld (de wijnlanden buiten Europa) middenin een blindproeverij van wijnen uit de Oude Wereld (de Europese wijnlanden). Ik ben immers benieuwd of de proevers rond de tafel, allen doorgewinterd in dit harde vak, dit spontaan opmerken. Voorstanders van de Europese (vooral Franse) wijnen zeggen steevast dat die meer evenwicht, finesse en complexiteit vertonen. Terwijl de wijnen van de Nieuwe Wereld gekenmerkt zouden worden door overrijp fruit, banale kracht en alcohol. Welaan, dit moet toch probleemloos te proeven zijn?
Zo makkelijk lijkt het tegenwoordig niet (meer?) te zijn.
Ik kon er mij aan verwachten dat ik zelf eens de mist in zou gaan. Ik kreeg een wijn blind voorgeschoteld die ik (en niet alleen ik) zonder aarzelen rangschikte bij de top van Bordeaux. Weliswaar bleek het om een bordeauxblend te gaan (oef), maar dan wel uit Californië! Een zonovergoten streek van de Nieuwe Wereld dus, en dan nog uit een land dat niet bepaald bekend staat om zijn gevoel voor evenwicht, finesse en nuance. Zelfs wetende dat het om een Californische wijn ging, kon je het haast niet geloven: alle kwaliteiten die je normaal aan een wijn van het Oude Frankrijk toeschrijft, vond je erin terug.
Een zoveelste signaal dat je over wijn nooit al te vaststaande oordelen mag hebben. Altijd weer stuit je op een verrassing, en gelukkig maar: dat houdt het boeiend. Let op: het ging hier niet om een goedkope wijn, hij was afkomstig van het domein Pahlmeyer (uit 1997) en voor zo'n fles moet je tussen 70 en 80 euro betalen. Wat ons brengt op een ander vooroordeel dat niet klopt, namelijk dat Bordeaux overdreven duur zou zijn. Alle wijndomeinen, in welk land ook, laten hun prijzen tot het maximaal mogelijke stijgen als ze daartoe de kans krijgen, dat wil zeggen: als de vraag het aanbod overstijgt.
Maar je hoeft niet noodzakelijk de Oude versus de Nieuwe Wereld uit te spelen om vaststaande oordelen onderuit te halen. Ik liet ooit een aantal obsessieve wijnfanaten blind een Griekse witte wijn proeven (van het domein Sigalas op het eiland Santorini). Hij werd naast duurdere grote Franse witte wijnen geschonken, maar kreeg de meeste lof toegezwaaid. Iedereen was verrukt over de zuiverheid, de aromatische expressie, de intensiteit, en vooral de lengte van deze wijn. De consternatie was alom toen het etiket werd onthuld: een wijn uit het land van de retsina!
Er is een onderschat neveneffect geweest van de doorbraak van de Nieuwe Wereld: de doorbraak van de Europese wijnlanden buiten Frankrijk. De marketingkracht van de Nieuwe Wereldlanden maakte het publiek nieuwsgierig naar andere dan Franse wijnen, en bracht een kentering teweeg in het verstarde denken over wijn. Maar daar profiteerde niet alleen de Nieuwe Wereld van.
Uiteindelijk bleek de grootste concurrentie voor Frankrijk van landen vlakbij te komen: Italië, Spanje, Portugal, Oostenrijk, Duitsland, Griekenland. Daar werden wijnen gemaakt in een stijl die vergelijkbaar is met de Franse en door Europeanen meer gewaardeerd wordt: fijn, elegant, evenwichtig, beheerst, licht verteerbaar. Van de weeromstuit beseften landen van de Nieuwe Wereld dat zij ook wijnen in die stijl moesten maken om de Europese wijnliefhebber te bekoren, meer bepaald in de hogere prijssegmenten. Vandaar dat er een trek naar koelere streken op gang is gekomen (hoger gelegen of vlakbij de zee), waar de druiven langer en langzamer rijpen, wat de finesse en complexiteit in een wijn bevordert. De tweestrijd Oude versus Nieuwe Wereld is dus ruimer geworden, en genuanceerder.
Er bestaat nog altijd een groep wijnliefhebbers die bij het Oude Europa blijft zweren, zelfs specifiek bij één land (meestal Frankrijk of Italië). Maar een even grote groep beweert vandaag dat goede wijnen overal vandaan kunnen komen, zowel van de Oude als van de Nieuwe Wereld.
Fervente aanhangers van alleen de Nieuwe Wereld vond je in het begin vooral bij prijskopers die in de eerste plaats fruitigheid en plezier zochten. Zij hadden ontdekt dat je tussen pakweg 3 en 8 euro lekkerder wijnen vond in Australië, Zuid-Afrika en Zuid-Amerika. Dat is nu precies het segment waarin de overgrote meerderheid van de wijnen gekocht wordt, en meteen ook de reden waarom wijnland Frankrijk het zo moeilijk kreeg. De rijpere druiven uit de zonnige Nieuwe Wereld leiden nu eenmaal tot wijnen die fruitiger, sappiger, soepeler en zoeter zijn, wat beter aanslaat dan wijnen van de vaak onrijpe druiven uit het moeilijker Franse klimaat, met hun onaangenaam vegetale aroma's en bittere tannines.
Maar ook landen van de Nieuwe Wereld kregen in die lagere prijssegmenten problemen. Waar alleen de prijs speelt, ontstaat een neerwaartse spiraal, waardoor wijndomeinen hun winstmarges zien verkleinen. De landen van de Nieuwe Wereld concurreren ook onderling: een land als Australië kan onmogelijk gelijke tred houden met Zuid-Afrika waar de lonen en kosten veel lager liggen. De Australiërs gingen zich daarom ook op de hogere prijssegmenten richten.
De wijnwereld is vandaag niet langer opgedeeld in twee blokken: iedereen concurreert met iedereen, consumenten shoppen van het ene wijnland naar het andere, en wijnmakers reizen de wereld rond zodat de Oude en de Nieuwe Wereld ideeën en technieken van elkaar overnemen. De nieuwe opdeling is deze: wijnen die met zorg en aandacht gemaakt zijn, tegenover wijnen die uit een anoniem industrieel proces komen. Daar zit het grootste verschil.