Pingus, een van de duurste wijnen ter wereld
Recordprijzen voor Spaanse cultwijn
Uitgerekend een Deen slaagde erin om in Spanje een van de duurste wijnen ter wereld te maken. Een verhaal van lef, geluk en slimme marketing.
Pingus is een Spaanse cultwijn geworden. Hij wordt vandaag in primeur aangeboden tegen een prijs van om en bij de 450 euro per fles. Wim Vanleuven, eigenaar van de invoerfirma La Buena Vida, heeft meestal 60 flessen per jaar beschikbaar voor België. Elk jaar stuurt hij een mail naar zijn klanten met de vraag of ze willen intekenen. Op enkele uren tijd zijn alle flessen de deur uit. De wijnwereld blijft mij verbazen.
Pingus wordt niet gemaakt door een Spanjaard, maar is de creatie van een slimme Deen, Peter Sisseck. Via zijn oom, die een wijndomein bezat in Bordeaux, belandde hij in het begin van de jaren 1990 in deze Franse wijnstreek, net toen de hype van de "garagewijnen" zich op gang trok. Deze zeer geconcentreerde wijnen, in beperkte hoeveelheden gemaakt in een kleine loods (vandaar de term "garage), van druiven uit al even kleine wijngaarden, raakten meteen aan krankzinnige prijzen verkocht (geholpen door een bekende Amerikaanse wijncriticus die dat type van wijnen op prijs stelt).
Dit moet Peter Sisseck op ideeën gebracht hebben, want kort daarna startte hij in de Spaanse streek Ribera del Duero met exact hetzelfde concept: een beperkt aantal hectaren wijngaard met oude wijnstokken, sterk geconcentreerde wijn, een beperkt aantal kisten, en meteen een hoge prijs. Van de eerste jaargang 1995 werden 325 kisten geproduceerd, de verkoopprijs werd meteen op (ongeveer) 150 euro per fles gebracht. Sisseck had geluk: 75 kisten op weg naar de Verenigde Staten zonken samen met de boot die het transport verzorgde. Gevolg: nog meer schaarste, aandacht van de media, nog meer hype.
De Amerikaanse wijncriticus kwam ook even langs en gaf Pingus een topscore van 96 punten op 100. De rest van het verhaal kennen we: Pingus kost vandaag (afhankelijk van de jaargang en de verkoper) tussen 600 en 1000 euro per fles. Robert Parker – want zo heet die Amerikaanse wijncriticus - beweert in interviews altijd dat hij aan de kant van de consument staat. Mocht hij het niet zo ernstig bedoelen, je kwam haast niet bij van het lachen.
Hoe verantwoord je zo'n prijs? Er wordt gezegd dat dit met de wereldvraag te maken heeft. Dat is zo. Maar komt die vraag spontaan tot stand omdat de wijn zo buitenaards goed is? Of omdat die Deen gewoon onnoemelijk veel lef had om de prijs van een tot dan toe onbekende wijn meteen onbereikbaar te maken voor de gewone wijnliefhebber?
Het heeft wellicht ook te maken met rijkemensenkennis: heel wat bemiddelde aardbewoners lopen alleen storm voor wijnen als ze duurder zijn dan wat de meute zich kan veroorloven.
"Deze wijnen worden meestal niet gekocht om te drinken", legt Wim Vanleuven uit, "Vooral sinds de financiële crisis merken we dat steeds meer mensen die het kunnen betalen, in dergelijke wijnen investeren. Ze gaan ervan uit dat dit veiliger is en meer zal opbrengen dan hun geld op de bank te zetten."
Is Pingus zo'n grote wijn als beweerd wordt? Weinigen weten het. Je kan hem immers niet proeven, tenzij je een wijnjournalist bent die voor gratis reclame kan zorgen en de prijs nog verder de hoogte in kan jagen. Je wordt dus verondersteld er blindelings op te vertrouwen. Meer nog: je wordt verondersteld je te haasten. Want altijd weer wordt door wijnverkopers de schaarste als argument uitgespeeld. En zoals we allemaal weten: schaarste creëert begeerte.
Tegelijk beseft Sisseck natuurlijk dat hij méér zou kunnen verkopen, en waarom zou hij die kans laten liggen? Daarom creëert hij naast die schaarse cultwijn een "tweede" wijn, Flor de Pingus, in grotere aantallen beschikbaar tegen een toegankelijker prijs (tussen 60 en 70 euro per fles). En nog een derde, "Amelia", waarvan de prijs netjes tussen die van Pingus en Flor de Pingus ligt. Sisseck heeft nog een nieuw wijnproject, op een andere plek in Ribera del Duero, onder de naam "Psi" (de P van Peter en de Si van Sisseck, snapt u 'm?). Ook daarvan zullen de prijzen toegankelijker zijn, al is dat begrip in zijn wereld relatief (tussen 50 en 60 euro per fles).
Ik heb al eens geprobeerd Pingus te bezoeken, maar dat bleek "zeer moeilijk" te liggen. Sisseck heeft eventjes geen wijnschrijvers meer nodig om zijn bekendheid te vergroten. Of ik dan een staalfles van Pingus kon krijgen, om de inhoud eens te toetsen aan de reputatie? Ik heb de invoerder moeten verzekeren dat mijn vraag niet ironisch bedoeld was. Maar de staalfles kreeg ik niet.
Voorlopig moet ik zien te overleven met één slokje Pingus tijdens een proeverij van biodynamische wijnen in Bordeaux (want ook op de golven van die hype surft onze Deen mee). Met het glas in de aanslag moest ik mij een weg banen doorheen het vele volk dat absoluut ook zo'n slokje wilde. Ik denk dat ik één centiliter kreeg. Ik herinner mij geen wereldschokkende ervaring.
Intussen lees ik op de website van het Engelse wijnmagazine Decanter dat je bij een Londense wijninvoerder vandaag 25 milliliter van Screaming Eagle kan proeven, een vergelijkbare cultwijn uit Californië, voor 60 Engelse pond. Als je denkt dat de grenzen van de waanzin bereikt zijn, is er altijd iemand die erin slaagt ze te verleggen.