Bevat wijn teveel sulfiet?
We kennen het van andere voedingsproducten: let op de nummers E220 tot en met 228 op de verpakking. Nu weten we het ook van wijn. Want de vermelding "bevat sulfieten" is verplicht geworden. Maar hoeveel? Dat weten we niet. Zowel een wijn die een minimale hoeveelheid bevat, als een wijn die tegen de maximumgrens aan zit, dragen dezelfde algemene vermelding. Bent u daarover bezorgd? Terecht. Want sulfiet is - helaas voor wie graag van een glas wijn geniet - niet gezond.
Sulfiet is een bewaarmiddel dat de wijn vooral tegen oxidatie en bacteriën moet beschermen. Het wordt in bijna elk stadium van het wijnmaken gebruikt.
Zwavel (waaruit sulfiet voortkomt) wordt al in de wijngaard ingezet om oïdium te bestrijden, een schimmelziekte van de druif. Zelfs biologische wijnbouwers maken er gebruik van. Hun argument is dat zwavel ook in de natuur voorkomt. Na het plukken worden druiven vaak ook gezwaveld, vooral in grote wijnbedrijven waar de druiven een lange weg moeten afleggen vooraleer ze de wijnmakerij bereiken, en dus onderweg kunnen oxideren.
Als de druivenmassa naar de gistkuip wordt gepompt, wordt er sulfiet toegevoegd, onder meer om bacteriële besmetting te voorkomen. Houten vaten worden steriel gemaakt met sulfiet. En vòòr de botteling wordt eveneens een dosis toegevoegd om de wijnen stabiel te maken en te voorkomen dat ze hergisten (vooral een risico bij wijnen met restsuiker). Dat ene product komt dus zo vaak van pas dat de meeste wijnmakers zich niet kunnen inbeelden dat ze ooit zonder zouden kunnen.
Maar er is een schaduwzijde. Teveel sulfiet leidt tot wijnen met een geur van solfer en een onaangenaam prikkelende smaak. Bovendien riskeer je er hoofdpijn van te krijgen. Het kan ook een tekort aan vitamine B veroorzaken. En sommige mensen zijn er allergisch aan.
Vandaar dat wijnbouwers er best voorzichtig mee omspringen. Maar omdat het zo makkelijk is, is de verleiding groot om "zeker voldoende" te gebruiken. Wijn is hun broodwinning, en ze willen ten allen prijze vermijden dat hun wijn zou ontsporen, besmet raken, oxideren of hergisten.
Vooral de grootdistributie, die meestal aankoopt bij industriële wijnbedrijven, vraagt om risicoloze, dus sterk gesulfiteerde wijn. Vaak moeten die wijnen over lange afstanden vervoerd worden, onder temperaturen die ongeschikt zijn voor wijn. Nadien moeten ze een rechtopstaand verblijf in een winkelrek kunnen overleven.
Maar kan je wijn maken zonder sulfiet? Daar bestaat geen eensgezindheid over. De voorstanders zeggen: als je kerngezonde druiven hebt en hygiënisch te werk gaat, heb je geen sulfiet nodig. De wijn is dan sterk genoeg om zich zelf tegen oxidatie en bacteriën te verdedigen. Van nature produceert wijn tijdens de gisting trouwens een bepaalde hoeveelheid sulfiet. Andere wijnbouwers beweren dat je net vòòr de botteling toch een kleine dosis nodig hebt.
Hopelijk wordt de wetgeving verfijnd en kan je binnenkort de dosissen sulfiet ook op de etiketten lezen.