De landwijnen rukken op
De tijd is voorbij dat "vin de pays" duidt op een minderwaardige wijn. Integendeel zelfs. Vele landwijnen in Languedoc overtreffen hun collega's van de "appellation controlée".
De Franse wijnwetgeving is de strengste ter wereld. Niet alleen dient elke wijnstreek zich te houden aan voorschriften inzake wijnbouw en vinificatie, er zijn ook druivenrassen exclusief toegewezen aan wijnstreken. Zo moeten we voor cabernet sauvignon en merlot in Bordeaux zijn, terwijl Bourgogne de streek van chardonnay en pinot noir is. Elke wijnbouwer heeft het recht om daarvan af te wijken, maar dan verliest hij zijn "appellation controlée" (gecontroleerde herkomstbenaming), de hoogste categorie voor Franse wijnen. Hij moet op zijn etiket dan een lagere categorie vermelden, bijvoorbeeld "vin de pays". En omdat de wijndrinker internationaal nogal gefixeerd is op de status van "appellation controlée", is een dergelijke degradatie commercieel nadelig.
Het succes van de wijnen uit de Nieuwe Wereld (Californië, Chili, Zuid-Afrika, Australië, Nieuw-Zeeland) heeft de geesten in Frankrijk doen evolueren. Deze landen, niet gehinderd door de Franse wijnwetgeving, brengen immers complexloos wijnen van alle nobele druivenrassen op de markt, die in Frankrijk zelf voorbehouden zijn voor de bekendste wijnstreken. In het zuiden van Frankrijk zagen de wijnbouwers dit met lede ogen gebeuren. Want terwijl hun klimaat en bodem minstens even geschikt zijn om deze druivenrassen te kweken, was het hen niet toegelaten om de concurrentie met gelijke wapens aan te gaan. Zij dienen zich wettelijk te houden aan minder gekende druivenrassen zoals grenache, syrah, mourvèdre en carignan.
Vooral in Languedoc besloten steeds meer wijnbouwers daarom bewust te kiezen voor de lagere status van "vin de pays", omdat ze op die manier de vrijheid kregen de druivenrassen te kweken die ze wilden. De resultaten liegen er niet om. Meermaals blijken zij hun collega's die zich netjes aan de voorschriften van de "appellation controlée" houden, in kwaliteit te overtreffen. Ze krijgen lovende kritieken van de internationale wijnpers en verschijnen steeds vaker op de wijnkaarten van Franse sterrenrestaurants. De doorbraak is een feit.
Op de oude baan tussen Béziers en Bédarieux ontmoeten wij François Pugibet, eigenaar van Domaine de la Colombette. Koppig en eigenzinnig experimenteert hij in zijn wijngaard van 32 hectaren met allerhande "verboden" druivenrassen, zelfs riesling, gewürztraminer en de Italiaanse sangiovese. Hij verricht daarmee micro-vinificaties, niet om de wijn te verkopen, maar gewoon omdat hij nieuwsgierig is naar het resultaat.
"J'ai l'envie de créer, de m'exprimer, je ne veux pas mourir idiot!" zegt hij.
De problemen die hij daardoor heeft met "les autorités", lapt hij aan zijn laars. Zelfs met het Syndicat des Producteurs des Vins de Pays d'Oc ligt hij overhoop omdat hij ook met hùn reglementering niet kan leven. Daarom dragen zijn wijnen niet de algemene streekbenaming "Vin de Pays d'Oc", maar "Vin de Pays des Coteaux du Libron", naar de kleinere wijnzone waarin zijn domein zich bevindt. Hij weet wel dat de benaming "Vin de Pays d'Oc" beter gekend is en meer gepromoot wordt door het Syndicat, maar zijn onafhankelijkheid is hem heilig. Meermaals bewijst hij trouwens zijn grote gelijk tijdens blinddegustaties, waar zijn wijnen zich kunnen meten met beroemdere namen.
Monsieur Pugibet duikt in zijn privé-verzameling - hij houdt van al zijn wijnen alle jaargangen bij - en laat ons een diepdonkere grenache van 1991 en een hevig naar honing ruikende, dikfluwelen chardonnay van 1989 proeven. En wij die dachten dat landwijnen geen bewaarwijnen kunnen zijn!
Een al even merkwaardig man is Aimé Guibert van Le Mas de Daumas Gassac in het dorpje Aniane. Onze ontmoeting begint met een scheldtirade van ruim een halfuur over alles wat er fout loopt in de wijn- en voedingsindustrie. Over het systeem van de "appellation controlée": "C'est la mise en musée du vin!" Over de grootdistributie: "Elle tue l'intelligence, la gourmandise, la culture!" Over de controleurs van de wijnwetgeving: "Je les mets dehors!" Koppig blijft hij zijn wijnen de minder bekende zonebenaming "Vin de Pays de l'Hérault" meegeven. Het belet niet dat zijn wijnen aan particulieren vandaag verkocht worden tegen meer dan 25 euro per fles.
Maar Le Mas de Daumas Gassac is dan ook gelegen in een gebied dat als een geologisch mirakel wordt omschreven. Als eigenaar van een lederfabriek had Aimé Guibert dit domein gekocht als buitenverblijf, tot een geoloog ontdekte dat de ondergrond uitzonderlijke eigenschappen bezat die tot uitzonderlijke wijn konden leiden. Zelfs de beroemde oenoloog Emile Peynaud verklaarde zich bereid mee te werken, omdat hij ook gefascineerd raakte door de mogelijkheid om in het zuiden van Frankrijk een topwijn te maken. Monsieur Guibert liet deze kans niet liggen. Het vervolg is een succesverhaal. Vandaag overtreft de vraag naar zijn wijnen op de wereldmarkt ruimschoots het aanbod, waardoor de prijs steil de hoogte in is geschoten.
Op het Domaine de Clovallon in Bédarieux ontmoeten wij Catherine Roque, een vrouw die haar architectencarrière opgaf om wijnen te gaan maken. Vandaag wordt zij beschouwd als een voorbeeld voor wat in Languedoc mogelijk is onder de benaming "vin de pays". In 1989 erfde haar echtgenoot een kleine wijngaard, gelegen in deze door bergen omringde enclave waar het altijd vijf graden frisser is dan in de rest van het gebied, waardoor de druiven trager rijpen. Dat was voor haar de aanleiding om met wijnbouw te beginnen. Ze volgde een opleiding in wijnbouw en vinificatie, maar noemt zich vooral een autodidact. Ze maakt fouten, zegt ze, en ze leert voortdurend bij. Maar als we haar wijnen proeven, beseffen we meteen hoe bescheiden die uitspraak is. Al even bescheiden als de term "vin de pays".