Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Uit het archief van de wijnschrijver

gerijpte artikels, columns, verhalen, reportages

Groot

Wat wijn betreft zijn wij Belgen niet te onderschatten. Het aantal proeverijen dat hier te lande georganiseerd wordt, is niet te tellen. Van megaproeverijen door invoerders tot intieme degustaties in besloten kring: elke week komen op tal van plaatsen Belgen bij elkaar rond een aantal wijnen om die in detail te bespreken, al of niet met culinaire begeleiding. Onnodig u te zeggen dat ik geregeld aan dergelijke manifestaties deelneem. Ik doe dat al vele jaren, maar sinds ik over wijn schrijf, word ik nog vaker uitgenodigd. Soms zelfs door mensen die ik niet ken, en die wel eens met een wijnschrijver willen kennismaken, vermoed ik.

Zo belandde ik onlangs rond een tafel in een van onze meest gereputeerde restaurants, waar een gezelschap van wijnliefhebbers maandelijks samenkomt om wijnen te proeven.

Elke maand nodigen zij een gast uit, en ik kreeg de vraag of ik de volgende keer die gast wilde zijn. Graag. En of ik ook een fles kon meebrengen? Zeker, welk thema stond op het programma? Geen thema, wij proeven alleen grote wijnen. Ah. Enig doorvragen leerde mij dat die grote wijnen steevast afkomstig waren uit de streken genaamd Bordeaux en Bourgogne. Hoewel: vooraf bracht altijd iemand champagne mee. Een Grote Champagne.

Ik wist meteen welk vlees ik in de kuip had, dook mijn wijnkelder in en haalde daaruit een Château Angélus 1990. Een Saint-Emilion Premier Grand Cru Classé, uit een van de beste jaargangen ooit, 96 punten op 100 van Parker, meer dan 200 euro waard vandaag: ik zou niet uit de toon vallen!

We waren met acht personen en er stonden meer dan twintig flessen klaar. En wat voor flessen. Ik herinner ze mij niet meer allemaal, want ze gingen in een verschroeiend tempo de tafel rond. De ene Grand Cru uit Bourgogne na de andere Grand Cru Classé uit Bordeaux, Pétrus en L'Evangile en Mouton-Rothschild en La Tâche, jaargangen van 1982 over 1978 en 1961 naar 1953 tot 1947. Amper had je een wijn geproefd of een andere kwam er al aan: de verveling sloeg snel toe in deze verwende verhemeltes. Geen enkele wijn werd unaniem positief onthaald, altijd was er wel iets op aan te merken, nooit hoorde ik een zucht van verrukking: hier werd professioneel geproefd door Grote Kenners op zoek naar de perfectie die zo zelden van deze wereld is. Daarom lag het ritme ook zo hoog: waarom zou je veel woorden vuil maken aan een wijn die niet volmaakt is? Glazen en flessen werden halfvol teruggestuurd, honderden, duizenden euro's verdwenen ... ja, waarheen eigenlijk? Intussen bleven de gerechten van het tiengangenmenu elkaar opvolgen. Zouden we geen kleine pauze inlassen vòòr de nagerechten? Goed idee, laat de kaastrolley maar komen.

Op het einde van de avond kon ik geen pap meer zeggen. Teveel geproefd, teveel gegeten. Een overdosis Grote Wijnen en Grote Gerechten. En Grote Commentaren.

Wat kan ik soms verlangen naar een kleine wijn. Met zorg gemaakt in een kleine streek. Liefst uit een kleine jaargang, zodat je nog eens verrast kan worden. Een muscadet van Joseph Landron of Guy Bossard. Een beaujolais van Jean Foillard of Laurent Martray. Een trousseau uit de Jura van Jacques Puffeney. Een wijn uit Provence van Dominique Hauvette. Een oude Saumur-Champigny van de broers Foucault.  Een naar het maquis geurende Corsicaan van Arena of Torraccia. Een Siciliaanse nerello mascalese van Terre Nere. Een ribolla gialla van Radikon of Gravner. Een silvaner van Fürst uit Franken.

Wijnen die met zoveel meer overgave en aandacht gemaakt worden, door wijnbouwers die zoveel meer moeite doen, omdat ze niet het geluk hebben geboren te zijn in een streek met naam. Deze wijnen beantwoorden niet aan de wereldwijde succesformule "internationale druiven maal concentratie maal nieuw eikenhout". Hier dienen zich andere, ongekende geuren en smaken aan, lichtere en fijnere texturen, pure expressies van fruit en bodem en het karakter van de wijnmaker.

Hoe zouden die wijnen het ervan afbrengen tijdens zo'n avond? Als drenkelingen in een zee van Grote Namen. In de onmogelijkheid verkerend om in dit gezelschap het hoofd boven water te houden. Hun etiket alleen al duwt ze kopje onder. Ik had nog even overwogen om zo'n wijn mee te brengen, als tegendraads tegengif. Gelukkig heb ik het niet gedaan. Tegen Grote Namen is geen kruid gewassen.

Er zijn liefhebbers van grote wijnen en er zijn grote wijnliefhebbers. Het verschil is fundamenteel.