Belgische biertycoons maken nu ook Belgische wijn
Frédéric de Mévius en Olivier de Spoelberch, rijkste Belgen en aandeelhouders van de grootste biergroep ter wereld AB Inbev, legden in stilte een wijngaard aan in de buurt van Namen. Om de wijn te maken, riepen ze de hulp in van de beste wijnmaker van ons land, Peter Colemont.
Hij is nog maar net op de markt en behoort meteen tot de top van de wijnen in ons land: La Falize, de wijn van Frédéric de Mévius en Olivier de Spoelberch, mede-eigenaars van de biergigant AB Inbev. Met de discretie die hen kenmerkt, startten ze een wijnproject in Rhisnes, een klein dorpje ten noordwesten van Namen. En ze deden een beroep op de Limburgse wijnbouwer Peter Colemont (56) om hen daarin te begeleiden. Dat was geen toeval, want Colemont wordt al een tijd geroemd als beste wijnmaker van ons land met zijn wijn Clos d'Opleeuw.
"Ik werd plots gebeld door Frédéric de Mévius zelf", vertelt hij, "Hij is de drijvende kracht achter het project maar ik kende hem niet, ik dacht aan de zoveelste Belg die met een wijngaard wil beginnen en mijn advies wil, zoals mij al vaak overkomen is. Maar hij drong aan en kwam zijn project bij mij thuis voorstellen. Al snel begreep ik dat de middelen voorhanden waren om een topwijn te maken. Bovendien is hij een aangename en bescheiden man, zonder de kapsones die je wel eens met rijke mensen associeert."
Château de La Falize, eigendom van de Mévius, is slechts te bereiken via onverharde wegen. "Accès soumis à autorisation", staat er op meerdere plakkaten. De historische kasteelhoeve, met een geschiedenis die teruggaat tot de 16de eeuw, oogt indrukwekkend. Peter Colemont stelt mij voor aan de jonge oenologe Morgane Favory (28), een Française uit de Loirestreek, die door hem gecoacht en aangestuurd wordt: "Ik heb haar gekozen uit een tiental sollicitanten die ingegaan waren op een advertentie die we hadden geplaatst op een gespecialiseerde wijnwebsite."
Ze neemt ons mee in een oude Landrover naar de wijngaard, verdeeld in vier percelen: drie rond het Château de La Falize, het vierde in het nabijgelegen domein van de Spoelberch in Flawinne.
"We hebben verschillende locaties gekozen om het risico te spreiden", legt Colemont uit, "Wijngaarden kunnen altijd een hagelbui, een schimmel of insecten over zich heen krijgen, en dan is het veiliger dat niet heel de wijngaard op dezelfde plek ligt."
We rijden naar het perceel van de Spoelberch dat schitterend gelegen is: een helling pal op het zuiden.
"We hebben grondig onderzoek verricht alvorens de locaties te kiezen", zegt Favory, "De vier percelen hebben dezelfde ondergrond van kalk en leem, waarop ook vele wijngaarden in Frankrijk werden aangelegd."
Samen beslaan ze 3 hectare, de wijnstokken werden in 2012 en in 2015 aangeplant.
"Er is potentieel voor 10 hectare", zegt Colemont, "Maar ik heb aangeraden om klein te beginnen en van daaruit langzaam op te bouwen."
Van de wijngaard gaan we naar de wijnkelder, ondergebracht in de voormalige stallen van de kasteelhoeve en ingericht met het beste materiaal. Daaronder bevindt zich de vatenkelder waar de oogst van 2017 ligt te rusten, goed voor tweeduizend flessen.
"We zouden er meer kunnen maken", zegt Colemont, "Maar we gaan voor kwaliteit, niet voor kwantiteit. Bovendien is de opbrengst van jonge wijnstokken nog klein."
De jaargang 2016 is bijna klaar en wordt deze maand gebotteld. Ik krijg hem in primeur te proeven: "Zelfs Frédéric de Mévius heeft hem nog niet geproefd", lacht Favory.
Net zoals Clos d'Opleeuw wordt La Falize gemaakt van chardonnay, de druif van de grote witte bourgognes.
"In België moeten we druiven kweken die geschikt zijn voor koele klimaten", legt Colemont uit, "Vandaar deze druif uit Bourgogne, een streek die ook vrij noordelijk ligt. Aan rode wijn wagen we ons voorlopig niet. Vooral de Aziatische fruitvlieg, die in Europa is beland, baart ons zorgen, zij heeft het vooral gemunt op blauwe druiven."
La Falize is een iets strakkere wijn dan Clos d'Opleeuw, maar beide zijn door hun Bourgondische stijl en zelfde wijnmaker vergelijkbaar: "Je moet voor ogen houden dat de wijnstokken hier piepjong zijn, terwijl die van mij al 18 jaar geleden werden aangeplant."
Toch ligt de prijs van La Falize (rond 50 euro) beduidend hoger dan die van Clos d' Opleeuw (rond 28 euro). Wat Belgische sterrenrestaurants (Slagmolen, Nuance, Comme Chez Soi en andere) er niet van weerhouden heeft om hem op hun wijnkaart te zetten.
"De tijden zijn veranderd", zegt Colemont, "Toen ik begon, betekende Belgische wijn niets. Nu kan je een Belgische wijn meteen hoger in de markt zetten."
Ook het zakelijke instinct van een biertycoon zal er wel voor iets tussen zitten.
Wie is Peter Colemont?
In 1990 begon het voor Peter Colemont met een droom: een witte wijn maken in Limburg op het niveau van een bourgogne. Eerst met een piepklein wijngaardje van 4 are in zijn tuin, vervolgens met een grotere wijngaard van 1 hectare, die hij in zijn dorp Gors-Opleeuw kon kopen. De wijngaard is ommuurd en dus kon hij hem, naar Bourgondische traditie, "Clos d'Opleeuw" noemen.
Colemont, een leraar biologie en docent wijnkennis, offerde al zijn vrije tijd op aan zijn wijn, en doet alles zelf, zowel in de wijngaard als in de wijnkelder, tot etikettering, verkoop en levering toe. Maar zijn inspanningen loonden. De Engelse wijnschrijver Tom Stevenson (auteur van het standaardwerk The New Sotheby's Wine Encyclopedia) noemde hem de beste wijnmaker van België. En toen de wereldbekende Engelse wijnschrijfster Jancis Robinson zijn wijn proefde, dacht ze dat het een Puligny-Montrachet was, een van de meest befaamde witte bourgognes. Clos d'Opleeuw staat dan ook op de wijnkaart van verschillende sterrenrestaurants in ons land. Enkele jaren geleden stopte Colemont als leraar om zich voltijds aan wijn te wijden. Naast zijn werk als wijnbouwer verdeelt hij ook Franse wijnen in ons land, vooral uit Bourgogne.
