Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Uit het archief van de wijnschrijver

gerijpte artikels, columns, verhalen, reportages

Wijn van de lente

Meestal wordt sauvignon blanc geassocieerd met de lente. Maar laten we die andere druif niet vergeten, met opstuivende aroma's van bloemen en bloesem: de viognier.

Weinig druiven leveren wijn met zo'n bedwelmend parfum als de viognier. Viognierwijn is sensueel als de lente, met zijn opstuivende aroma's van sleutelbloemen, meidoorn, jasmijn en kamperfoelie, zijn dikfluwelen textuur als die van slagroom, zijn hoge alcoholgraad, zijn vleugje verleidelijke muskus en gember ... En in de smaak van peer, abrikoos, perzik en lychee proef je reeds de voorbode van de zomer.

Vele wijnliefhebbers worden bekoord door deze druif. In hun zoektocht naar nieuwe smaken zien zij viognier als een mooi alternatief voor chardonnay en riesling. Overal in de wereld gaat het aantal met viognier beplante hectaren naar omhoog.

Nochtans was de druif met uitsterven bedreigd. Alleen in het noordelijke Rhônedal, in de appellatie Condrieu, hield men in 1965 nog 8 armzalige hectaren in stand. Dat klom langzaam op tot 17 hectaren in 1982. Vandaag zijn er meer dan 100 hectaren met viognier beplant. Op de steile terrassen van Condrieu worden trouwens nog altijd de beste viognierwijnen ter wereld gemaakt. Wijnbouwers als Cuilleron, Guigal, Rostaing, Perret en Vernay hebben een wereldreputatie verworven. Eén kasteel, Château-Grillet, heeft er zelfs zijn eigen appellatie gekregen, en is met zijn 4 hectaren de kleinste appellatie van Frankrijk.

In het noordelijke Rhônedal mag rode wijn van syrah, voor een beperkt percentage, met viognier vermengd worden. Kennelijk gaat men ervan uit dat deze witte druif zelfs kwaliteiten heeft om rode wijn te verbeteren. Van overrijpe viognier wordt ook zoete wijn gemaakt.

De heropleving van viognier ging in andere Franse wijnstreken niet onopgemerkt voorbij. In het Franse zuiden, vooral in Languedoc-Roussillon, werd eveneens viognier aangeplant. Volgens de wetten van de appellation controlée  is de druif daar niet toegelaten, zodat de wijnen als vin de pays  door het leven moeten. Maar met de commerciële doorbraak van de landwijnen is dat niet langer een nadeel. Zelfs de koning van de Beaujolais, Georges Duboeuf, heeft viognier aangeplant in de Ardèche.

Andere landen volgen. In Italië moet wijn van viognier wettelijk tafelwijn (vino da tavola) genoemd worden, maar wijnliefhebbers malen daar al lang niet meer om. Marziano Abbona uit Piëmont evenmin: zijn viognier is een pareltje in zijn soort.

Uiteraard heeft ook de Nieuwe Wereld de trend opgepikt. In Australië is de aantrekkingskracht van de druif zo groot dat er geregeld een volledig congres aan gewijd wordt. Aanvankelijk produceerde het land geen enkele viognierwijn. Vandaag gaan er ruim 1 miljoen flessen de deur uit. De pionier was Yalumba, het wijnbedrijf dat de eerste viognierstokken plantte in 1979.

In dezelfde periode raakte de Californische wijnmaker Josh Jensen van Calera Wine Company in de ban van deze druif. Hij heeft intussen een grote reputatie opgebouwd als wijnmaker die goed overweg kan met moeilijke druiven. Met viognier heeft hij in dat opzicht de handen vol. Want al voelen vele wijnmakers in vele landen zich geroepen om viognier aan te planten, weinigen weten precies hoe je er een echt goede wijn van moet maken.

Een van de problemen van viognier is dat de wijn nogal zwaar en vermoeiend kan zijn, vanwege zijn overweldigende aroma's en hoge alcoholgehalte. Dat moet gecompenseerd worden door voldoende zuren die voor subtiliteit en finesse moeten zorgen. Maar dat is nu net zo moeilijk, want viognier heeft van nature een lage zuurgraad. Dus zou men de druif vroeg genoeg moeten oogsten. Maar een vroege oogst creëert weer een ander probleem: de druif heeft de onhebbelijke gewoonte om zelfs bij een goede zoet-zuurbalans toch onvoldoende smaakrijpheid te hebben. Die rijpheid ontwikkelt zich slechts laat in het seizoen, maar is wel nodig om de kenmerkende smaakrijkdom van viognier te verkrijgen. Dus is het beter daarop te wachten, met het risico dat intussen de zuren verloren gaan. Kortom: viognier stelt de wijnbouwer niet zelden voor een dilemma. En alsof het nog niet moeilijk genoeg is om het ideale oogstmoment te bepalen, ontwikkelen viognierstokken zich veelal ongelijk, met kleine onrijpe en grote volrijpe druiven in een en dezelfde tros.

Al even delicaat is het drinkmoment te bepalen. Viognier kan gebaat zijn bij wat flesrijping, maar is geen wijn die ouderdom goed verdraagt. In de fles hebben zowel zijn zuren als zijn rijpe smaken de neiging snel te verzwakken. Je wacht dus best niet te lang om hem te drinken, ook de duurdere flessen niet. Er zijn natuurlijk uitzonderingen: tot in de fles blijft viognier een grillige druif. Maar meestal is het veiliger om viognierwijn te drinken vòòr zijn vijfde jaar na de oogst. Zeg maar: in de lente van zijn leven.